192
anderen kijkerstand gemeten wordt nu steedsV_ g2
n
Men geve zich dus goed rekenschap van den aard der van invloed
zijnde fouten bij de toepassing der bekende formules:
m m- en m m XV n.
Eene interessante methode om uit de sluitfouten der driehoeken
eener driehoeksmeting gevolgtrekkingen te maken over de juistheid
en regelmatigheid der hoekmetingen is nog de volgende.
Er bestaan tafels die op eenvoudige wijze de theoretische waar
schijnlijkheid p aangeven, dat de fout van eene waarneming met
de nauwkeurigheid h ^77, (waarin m in dit geval de gemid-
delde sluitingsfout j/""","" is) tusschen o en a ligt.
Vermenigvuldigt men nu het aantal driehoeken N met de waar-
schijnlijkheidsgetallen p behoorende bij aia2; a3enz., dan vindt
men de getallen (m1), die het aantal driehoeken aangeven, waarin
waarschijnlijk de maximumfout achtereenvolgens is: ai; a2; a3enz.
Vergelijking van deze getallen met die n, welke in werkelijkheid
het aantal der driehoeken aangeven, waarin die maximumfout ai;
a2; a3enz. is, stelt ons in staat de regelmatigheid der hoekmeting
te beoordeelen.
Ofschoon de foutenwet eigenlijk slechts van toepassing is bij een
groot aantal fouten en de voorafgaande beschouwing derhalve
slechts juist behoeft te zijn voor een driehoeksnet met een groot
aantal driehoeken, paste ik toch deze onderzoekingsmethode toe
voor de 20 (N.) reeds vroeger genoemde driehoeken bij de hermeting
van Aalsmeer gevormd, waarbij m y/ 14,61 was.
Resultaat.
0 en ai l ",86
0,1013
2
3
0",3
0",4
0 a2 3",72
0,2009
4
4
1",5
arith.midden V n arith.midden
111 V 2
Fouten begrepen
tusschen
Waarschijnlijkheid p.
n'
N.p.
n
Sluitfouten
in volgorde der
grootten.