195 worden overgegaan dan na advies eener Commissie van onderzoek [art. 5 van het besluitniet tevens is bepaald, dat de straf van ontslag of overplaatsing niet zal worden toegepast, wanneer de Com missie van oordeel is dat daartoe geen grond bestaat, terwijl toch zoodanige bepaling alleszins billijk zou zijn, aangezien, ingeval de leden eener door den Minister van Financiën benoemde Commissie na ingesteld onderzoek, den grond tot ontslag of overplaatsing niet aanwezig achten, het bestaan van dien grond, minst genomen twijfel achtig mag worden genoemd en, bij twijfel eene uitspraak ten gunste van den beklaagde of verdachte rechtvaardig voorkomt, weshalve het verkieselijk wordt geacht dat het advies der Commissie, indien het strekt tot ontslag of overplaatsing, slechts dan zal worden gevolgd, wanneer Uwe Majesteit (of Uwer Majesteits Minister ingeval de zaak te zijner beslissing staat) zich er mede kan vereenigen, terwijl het altijd zal worden gevolgd wanneer het tot handhaving van den ambtenaar strekt; Dat de Commissie van onderzoek volgens art. 5 van het besluit voor ieder bijzonder geval door den Minister van Financiën wordt samengesteld en van eene instructie voorzien, terwijl het vertrouwen in de Commissie veel grooter zou zijn, wanneer geene bijzondere omstandigheden bij hare samenstelling in aanmerking konden komen, hetgeen het geval zou zijn, indien de leden der Commissie (afzonderlijk voor registratie en hypotheken en voor het kadaster) telkens voor een bepaalden tijd werden benoemd om de gevallen, welke zich gedurende dien tijd mochten voordoen te onderzoeken. Aan die Commissie kon dan ook de bevoegdheid worden toege kend om deskundigen te hooren, terwijl bij het aanwijzen dier des kundigen zou kunnen worden gelet op de bepalingen der Wet op de burgerlijke pensioenen. Eene vooraf vastgestelde instructie voor de Gommissiën wordt ook geacht verre de voorkeur te verdienen boven eene, voor elk geval vast te stellen instructie; Dat volgens art. 1 letter c van het besluit, de ambtenaren, die den voor het recht op pensioen gevorderden leeftijd hebben bereikt, zullen worden ontslagen wanneer zij voor hun ambt niet (meer) ten volle geschikt worden geacht, zonder dat omtrent hunne geschikt heid het advies eener Commissie van onderzoek zal worden gevraagd, terwijl toch juist in dit geval het onderzoek door eene Commissie van deskundige personen hoogst wenschelijk is, aangezien anders

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 201