196 vaak het oordeel van één hoofdambtenaar, die toch feilbaar is, het eenige gegeven zal zijn waarnaar zal worden beslist, over het ontslag van ambtenaren, die dikwijls nog in de volle kracht des levens zijn, te meer omdat velen hunner toch reeds op hun 55e jaar den voor het recht op pensioen gevorderden leeftijd hebben bereikt, zonder het volle pensioen te kunnen ontvangen; Dat de uitdrukking plichtverzuim, onwaardig of onbehoorlijk gedrag in of buiten dienst, voorkomende in art. 3 letter b van het besluit zóó weinig bepaald is, dat zij bezwaarlijk kan geacht worden vol doende gronden voor ontslag of overplaatsing aan te wijzen, terwijl het ook, met het oog op den samenhang tusschen ontslag en pensioen wenschelijk wordt geacht, dat de uitdrukking in overeen stemming worde gebracht met de woorden van art. 8 der Wet op de burgerlijke pensioenen Dat het tweede lid van art. 4 van het besluit voor de ambtenaren niet zeer duidelijk is Eindelijk, dat de ambtenaren het op hongen prijs zouden stellen ook met het oog op het bij de Staten-Generaal aanhangige Wets ontwerp tot regeling der administratieve rechtspraak, indien aan de regeling een vaster karakter werd gegeven door de bepalingen vast te stellen bij algemeenen maatregel van bestuur, tegen welke wijze van vaststelling, naar hun bescheiden oordeel, geene grondwettige bedenkingen kunnen bestaan. Onder mededeeling van deze bezwaren veroorloven de onderge- teekenden zich het eerbiedig verzoek te doen, dat het Uwer Majes teit moge behagen, maatregelen te verordenen, waardoor daaraan worde te gemoet gekomen. Amsterdam, den 11 November 1905. Van Uwe Ma jesteit de getrouwe onderdanen. (Geteekend). G. v. Iterson, Voorzitter van de vereeniging van hypotheek-bewaarders.) J. van Blarkom, Secretaris van de vereeniging van hypotheek-bewaarders G. W. Gombault, {lid van de vereeniging van ingenieurs-verificateur.) J. T. Hessels, {lid van de vereeniging van ingenieurs- verificateur.)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 202