198
feitelijkcn toestand, zooals die in de kadastrale stukken (plan en legger)
is opgenomen; dat ten overvloede in elk der ingeschreven borderellen
deze bepaling voorkomt: „Zullende alleen dat gedeelte van voormeld kadastraal
perceel sectie F No. 480) ten behoeve van den schuldeischer verbonden zijn,
hetwelk na opmeting vanwege het kadaster ten name van den schuldenaar
„uwrdt gesteld"dat de bewaarder bij zijn onderzoek naar en zijn oordeel
over de al of niet bezwaardheid van perceelen, geen onderzoek te doen
beeft naar de rechtsgeldigheid of de bewijskracht van gedane metingen,
doch dat hij daarbij met practischen zin behoort te werk te gaan om daar
door zooveel mogelijk te gemoet te komen aan de moeilijkhedendie voor de
hypothecaire boekhouding wit het verbinden van gedeeltelijke perceelen voortvloeien.
Naar aanleiding van deze opmerkingen heeft de bewaarder zich bereid
verklaardom, op èene daartoe gedane aanvrage, een certificaat van
onbezwaardheid van het perceel sectie F N°. 1319 af te geven. (Miss.
van 19 Sept. en 8 Nov. 1904, Nos. 89, 34 en res. van 29 Nov. 1904, N°. 55).
VERSLAG van het vergelijkend examen voor de betrek
king van adspirant-landmeter van het kadaster, ge
houden te 's Gravenhage, op 13 September en volgende
dagen.
Rekenkunde, (l'/j uur).
1. Bewijs, dat ieder getal, dat een tweedemacht en waarvan het cijfer
der eenheden 6 is, een oneven cijfer op de plaats der tientallen heeft.
2. Een koopman ontvangt koffie van ƒ1.20 de K.G., contant te betalen.
Hij doet ze terstond over voor f 1.40 de K.G., de helft te betalen over
6 maanden en een derde gedeelte over 9 maanden. Als hij in 't geheel
25 pCt. 'sjaars wil winnen, wanneer moet dan de rest betaald worden?
3. Drie personen kunnen samen zeker werk verrichten in dag.
Begint C. eerst mee te werken, nadat A en B de helft gedaan hebben,
dan duurt het werk 1maal zoolang. Als gij weet, dat A in 10 dagen
evenveel verricht als B in 12 dagen, bereken dan in hoeveel dagen ieder
het werk alleen kan afmaken.
4. Twee vaten samen groot 2.6 HL., zijn gevuld met wijn; in het
kleinste vat is voor 72 en in het grootste voor ƒ98. Vult men het
kleinste vat met de wijnsoort uit het grootste en dit met de wijnsoort
als in het kleinste was, dan is er in beide vaten voor evenveel geld aan
wijn. Hoe groot is ieder vat?