199
5. Bereken tot op '/ïoo nauwkeurig:
•121/3+51/2.
Stelkunde. (I'/, uur).
1. Bereken de waarden van x en y, die voldoen aan de vergelijkingen
1 1 6 21/2
(2x y) 2 y1) 2
1/11 6J/2
(y-l)ï l -l/'2a;+y
2. Van de vierkantsvergelijking:
x1 2 (a 1) a; -|- a2 0
is één der wortels driemaal zoo groot als de andere. Bereken die
wortels en a.
3. Bereken x uit de vergelijking:
7 2 log x 7 0-i
09 3* 1"5 l°9 327
2 log log 625 4
Het grondtal van het logarithmenstelsel is 3.
4. Een rekenkundige reeks bestaat uit 36 termen. Van eene tweede
rekenkundige reeks is het aantal termen 12, terwijl de eerste en de laatste
term dier tweede reeks achtereenvolgens de helft zijn van de eerste en
de laatste term der eerste reeks. Hoeveel termen moet men in elk dier
reeksen tusschen twee op elkander volgende interpoleeren, opdat de sommen
der beide nieuwe rekenkundige reeksen even groot zijn.
Natuurkunde. (1 uur.)
1. Gevraagd de inrichting van den Hollandschen verrekijker met behulp
van eene duidelijke teekening op te helderen.
2. Van de beide concave spiegels van een telescoop van Gregory
heeft de groote een brandpuntsafstand =-- 56 e.M., de kleine ----- 6.3 c.M.,
de brandpuntsafstand van het oogglas is A ==3 c.M. Het door de beide
spiegels gevormde beeld eener planeet valt in de centrale opening van
den grooten spiegel.
aHoe groot is de onderlinge afstand der beide spiegels?
bHoeveel bedraagt de vergrooting?
Afstand van duidelijk zien 24 c.M.