201
Weder was de kennis der candidaten, wat stelkundevlakke- en bol
vormige driehoeksmeting betreft, ruim voldoende en ook nu behoefde slechts
aan enkelen hunner een onvoldoend cijfer te worden toegekend. Werd
in het vorige jaar opgemerkt, dat verscheidene candidaten niet genoeg
overtuigd schenen te zijn, dat netheid bij het uitvoeren van becijferingen
een hoofdvereischte is, ten einde goede resullaten te verkrijgen, ditmaal
liet die netheid slechts weinig te wenschen over.
Bij het examen in de meetkunde bleek de vaardigheid in het oplossen
van vraagstukken niet groot le zijn.
De theorie was over het algemeen voldoende bestudeerdtoch waren
er nog te veel candidaten, die van buiten geleerde formules bijv. van
omwentelingslichamen niet behoorlijk konden afleiden.
Een betrekkelijk groot aantal der candidaten toonde een zeer voldoende
studie van de rekenkunde te hebben gemaakt.
Over het algemeen liepen de resultaten van het schriftelijk en die van
het mondeling onderzoek niet veel uiteen. Slechts in enkele gevallen
waren beduidende verschillen op te merken, zoodat of het eene of het
andere onderdeel aanzienlijk van invloed was bij de vaststelling van het
eindcijfer.
Het onderzoek in aardrijkskunde gaf over het algemeen aanleiding tot
tevredenheid; zoowel Nederland als andere landen van Europa bleken
den candidaten voldoende, soms zelfs tot in onderdeelen, bekend.
Het examen in natuurkunde en cosmographie was over het algemeen
bevredigend, dat in staatsinrichting zeer bevredigend te noemen.
De Nederlandsche taal bleek met vrucht te zijn bestudeerd.
Grove taal- en stijlfouten kwamen in het schriftelijk werk weinig voor.
Bij het mondeling onderzoek bleek bij verreweg de meerderheid der
candidaten de kennis van de buigingsvormen, van de spellingregels en van
de woordvorming voldoende te zijn. Vrij ingewikkelde volzinnen konden
in den regel goed worden ontleed.
Iets minder gunstig moet worden geoordeeld omtrent de kennis van de
Fransche en Hoogduitsche talen.
Soms moest de woordenschat, waarover de candidaten toonden te kunnen
beschikken, onvoldoende, in vele gevallen nauwelijks voldoende worden
geacht. In den regel konden zij slechts gebrekkig hunne gedachten in
deze talen uitdrukken.
Voor het examen in handteekenen werd opgegeven een groep van meet
kundige lichamen, bestaande uit een cubus, cilinder en driezijdige piramide.
Het rechtlijnig teekenen bestond in een eenvoudige constructie van lijnen
en cirkels.
Vele candidaten bleken niet voldoende werk van hel teekenen te hebben
gemaakt.