202
Het schoonschrijven kon in 't algemeen voldoende worden genoemd.
Velen schreven een nette, bijna allen een duidelijk leesbare hand; bij
enkelen slechts moest het beslist onvoldoende worden geacht.
De Commissie,
A. Veenhuysen, Voorzitter.
P. Zeeman Gz.
A. D. van der Harst.
P. Poot.
L. L oo ij en.
H. v. d. Br iel, Secretaris.
Koloniaal Verslag van 1905.
1. Nederlandscli (Oost-) Indië.
Hoofdstuk II. 3. Topographische Dienst.
In het begin van 1905 zijn voorbereidende maatregelen getroffen tot
uitvoering van de voorstellen der in November 1900 aangewezen commissie
voor de centralisatie der in Indië verricht wordende terreinopnemingen
en kaarteeringswerkzaamhedeu (zie K. V. 1904, kol. 129). Inmiddels is
door den topographischen dienst voortgegaan met de vervaardiging van
de landrentekaarten der afdeeling Magelang (res. Kedoe), waartoe de ver-
eischte metingen werden beëindigd in de districten Salaman, Moentilan,
Salam, Magelang en Tegalredjo en aangevangen in de districten Grabag
en Bandoengan. In het geheel waren op het einde van 1904, ten hehoeve
van de landrente, opgenomen en in kaart gebracht 118 749 bouws in
Kedoe en 41 003 bouws in Banjoemas.
Omtrent hetgeen in 1904 verricht is door de verschillende onderdeelen
van den militairen topographischen dienst valt het navolgende te melden.
Door de triangulatiebrigade, waarvan het hoofdkwartier in het begin
van November 1904 van Batavia naar Benkoelen werd verplaatst, zijn in
Zuid-Sumatra de verkenningen tot het opsporen van geschikte secundaire
en tertiaire driehoekspunten, in de afdeelingen Mana en Pasoema Oeloe
Mana, Seloema en Benkoelen en Ommelanden geheel, en die in de af
deeling Lais grootendeels ten einde gebracht. Pilaren zijn gebouwd op
7 secundaire en 38 tertiaire punten, waarvan respectievelijk 2 en 25
gelegen in Benkoelen, en de overige in Palembang, zoodat op uit. 1904,
behalve 33 punten van het hoofddriehoeksnet, 55 secundaire en 578