204 Hoofdstuk ,T. V. Agrarische en kadastrale opnemingen. 1. Agrarische opnemingenIn de residentie Bali en Lombok waren twee inlandsche landmeters, onder de controleurs voor de landrente en agrarische aangelegenheden, werkzaam in het belang van de hijhouding, aanvulling en herziening der reeds verzamelde gegevens omtrent de bouw gronden in de afdeelingen Boeleleng, Djembrana en Lombok. Door het op Lombok tijdelijk werkzaam gestelde kadasterpersoneel, bestaande uit 1 landmeter en 14 mantri's, zijn in 1904 bewerkt in Oost- Lombok 5300 bouws (794 perceelen) en in Midden-Lombok 13817 bouws (3130 perceelen). Van 22 415 en 3857 bouws zijn respectievelijk grond- registers en registers van 4e waterschappen vervaardigd. In het gouvernement Celebes en onderhoorigheden zijn in 1904 door het kadasterpersoneel van de zoogenaamde ornaments (regents-) en kasoe- wiangvelden gemeten 2860 bouws (637 perceelen) en in kaart gebracht 5200 bouws (769 perceelen). 2. Kadaster. Bij het einde van 1904 waren bij den kadastralen dienst werkzaam 43 Europeesche ambtenaren, benevens 1 commies, 8 klerken en 416 mantri's. Hiervan waren o.a. aangewezen voor het hoofd bureau te Batavia en de inspectie-afdeelingen Semarang en Soerabaja 3 ingenieurs, 1 commies en 7 mantri's. Voor de metingen en het verzamelen van gegevens in het belang der landrente-regeling in Pasoeroean, Kediri en de Preanger Regentschappen waren gemiddeld werkzaam 6 landmeters, 4 adjunct-landmeters en 100 mantri's, gezamenlijk vormende 4 opmetingssectiën, terwijl 40 mantri's ter beschikking waren gesteld van den inspecteur der landelijke inkomsten en verplichte diensten voor het verrichten van verschillende, hun door dien ambtenaar op te dragen werkzaamheden. Met de herziening en omwerking van de kaarten der voormalige kada- straal-statistieke opneming, met het doel om ze te kunnen doen dienen voor den landrente-aanslag, zooals in de Preanger Regentschappen is ingevoerd, is voortgegaan in Cheribon, Pekalongan, Semarang, Banjoemas, Kedoe en Madioen. Over hoeveel bouws en perceelen de landrentemetingen zich in 1904 uitstrekten, blijkt uit het overzicht sub III van bijlage E, waarin ook eenige andere der voornaamste verrichtingen van het kadaster over 1904 onder cijfers zijn gebracht. Verwacht kan worden dat in den loop van 1905 uitvoering zal worden gegeven aan het voornemen, om de tot dusver aan den kadastralen dienst opgedragen metingen voor de landrenteregeling over te brengen bij den topographischen dienst (zie hoofdst. D. kol. 99).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 210