215
van meening, dat daarmede niet mag worden gewacht tot dat de regeling
der administratieve rechtspraak haar beslag zal hebben gekregen.
Kadaster.
Sommige leden zouden er prijs op stellen te vernemen, of van dezen
Minister een wetsvoorstel of althans de daartoe noodige voorbereidende
maatregelen is te verwachten, waarbij aan het kadaster bewijskracht
in rechten wordt toegekend.
Zij zouden in een daartoe strekkend ontwerp tevens gaarne de bepaling
zien opgenomen, dat de ,'vaststelling van de grenzen der kadastrale per-
ceelen niet anders zal kunnen geschieden dan nadat de betrokken eige
naren daarover contradictoir zijn gehoord. Zooals thans de delimitatie
der perceelen plaats heeft, geschiedt zij, naar men meende te weten,
dikwerf verkeerd; ook wordt de klacht vernomen, dat somtijds onjuiste
kadastrale tenaamstellingen voorkomen.
Men achtte deze zaak van groot belang, aangezien een volkomen deugde
lijk kadaster een eerste eisch is voor eene goede hypothecaire boekhouding.
De in de Memorie van Antwoord nopens de loopende begrooting (bladz. 10)
door 's Ministers ambtsvoorganger op den voorgrond gebrachte bezwaren,
ontleend aan de kosten en den tijd, welke de verlangde regeling zou
vorderen, achtte men van weinig gewicht, aangezien het kadaster thans
zoozeer is verouderd, dat eene algeheele herziening toch in elk geval niet
zal kunnen uitblijven.
Met de blijkbare meening van de vorige Ministers van Financiën en
van Justitie, dat deze zaak bij laatstgemeld Departement zou tehuis
behooren konden eenige leden zich overigens niet vereenigen. Huns
inziens zou de invoering van een rechtsgeldig kadaster alleen van het
Departement van Financiën kunnen uitgaan, vermits dat alleen in staat
is, de practische noodzakelijkheid daarvan te beoordeelen.
Vde HOOFDSTUK. Binnenlandsche Zaken.)
Voorloopig Verslag.
Belastingheffing van ongebouwde eigendommen.
Sommige leden zouden de bij het laatste lid van art. 240 der Gemeente
wet verleende bevoegdheid tot het heffen van eene bijzondere belasting
van gebouwde eigendommen naar aanleiding van door de gemeente in
straten enz. aangebrachte verbeteringen, wenschen te zien uitgebreid lot
de ongebouwde eigendommen. In plattelandsgemeenten zou daardoor de