220
Den benoemde werd met ingang van 1 December de leiding van
de kadastrale werkzaamheden in de 5e divisie, standplaats Arnhem
opgedragen.
In de commissie, voor het jaar 1905, tot het examineeren van
hen, die een diploma van geëxamineerd en beëedigd landmeter
verlangen, hadden zitting: als lid en voorzitter: H. J. Heuvelink,
hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft; als leden:
A. W. E. Kwisthout, ingenieur-verificateur van het kadaster
te Roermond en M. S. van Dunné, inspecteur der registratie en
domeinen te Delft.
Verplaatsingen van landmeters.
Met 1 Mei 1906:
K. P. J. Oerder, van Arnhem naar Haarlem
A. Bor, van Zutfen naar Amsterdam-,
G. J. Hi et ink, van Assen naar Arnhem-,
C. A. Feteris, van Assen naar 's Hertogenbosch-,
M. de Vro ome, van Amsterdam naar Zutfen
H. Iwema, van 's Hertogenbosch naar Roermond;
S. de Grebber, van Arnhem naar Assen;
H. J. Boddé, van Arnhem naar Assen.
Werkzaamgesteld voor den gewonen velddienst, respectief te
Utrecht en Zutfen, de landmeters G. W. Hoffmann en F. A. Bonté.
Bij min. res. d.d. 26 October 1905 n°. 8 Registratie zijn met
ingang van 1 December 1905 benoemd tot adspirant-landmeter van
het kadaster:
J. N. Ploegsma, B. H. Rethmeier, J. A. te Winkel, A. W.
B. de Bie, J. H. Pieters, R. Dijkstra, J. M. H. Heines, K. J.
Bes, J. Eggens en J. de Temp e, aan wie respectievelijk de volgen
de standplaatsen zijn aangewezenLeeuwarden, Deventer, Zutphen,
Breda, Groningen, Sneek, Roermond, Haarlem, Assen en Alkmaar.