231 doelt eene pereeelsbreedte van b. v. 6 M. te hebben, op welken afstand dan ook de bouwmuren geplaatst zijn, als eigendomscheidingen der tuinen of erven te beschouwen de verlengden der muren. De buren kunnen dan voor hun gebruik die schuttingen of heggen plaatsen zooals en verplaatsen zooveel zij willen, maar de eigendomsgrens blijft onveranderlijk. Waar deze of gene nieuwe bepaling soms tot logisch gevolg mocht hebben de afschaffing der. tot nog toe als on misbaar beschouwde „acquisitieve verjaring", daar kan ik niet na laten even mede te deelen wat de reeds in den aanvang van mijn opstel genoemde Prof. Bianchi van dat middel van eigendoms- verkrijging zegt. „De acquisitieve verjaring", zoo zegt hij, „kon verdragen worden „in het Romeinsch recht, dat, wijl het aan den grond nog niet het „moderne karakter van kredietmiddel toeschreef, zich niet behoefde „te bekommeren om rechten van derden; maar zij is niet meer op „haar plaats, nu men begrepen heeft, dat het grondkrediet het „eenige middel is om den landbouw voort te helpen en daardoor „de welvaart te vermeerderen." Wat mijzelf betreft, het is mij niet mogen gelukken, hoewel ik indertijd met de meest mogelijke goede wil allerlei lectuur van voorstanders der verjaring als middel van eigendomsverkrijging ver werkt heb, ooit overtuigd te worden van de noodzakelijkheid van dat middel, ook bij kleine grensverschuivingen. Mij blijft de indruk bij van een voordeeltje voor den brutale. Bij delimitatie voor hermeting moet rekening gehouden worden met ingetreden verjaring. Daarna zou mijn gevoel meer bevredigd zijn als verdere grenswijziging door „acquisitieve verjaring" on mogelijk ware. Bij metingen in in exploitatie zijnde bouwterreinen komt de landmeter vaak tot eigenaardige ontdekkingen. Van af de expioiteerende maatschappij tot den eerstvolgenden nieuwen bij het kadaster bekenden eigenaar van een gedeelte van het betrokken terrein komt hij in aanraking met soms verschillende tusschenpersonen rentebetalende voorkoopers die officieel nooit als eigenaar bekend worden en toch koopen en verkoopen. Meermalen verbeeldt zich een dier tusschenpersonen haast te hebben met de uitmeting van een perceel. Deze heeft plaats en soms lang daarna komt de landmeter tot

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 239