240 Voor veldwerk is de eenvoudigste en goedkoopste methode vol doende. Netheid en de eisch van onveranderde afstanden in de teekening zijn bijzaken. Hoofdzaak iszoo snel en goedkoop mogelijk een duplicaat te verkrijgen zonder fouten. Men kan zich reeds een tamelijk goeden afdruk te velde verschaffen door tusschen 2 velletjes papier een velletje overdrukpapier te leggen, zooals tegenwoordig gebruikt wordt bij schrijfmachines met kopiëer- inrichting, en dan de schets op het bovenste papier te teekenen met hard potlood. In vele gevallen kan dit van nut zijn, zeer zeker voor eenvoudige belastingmetingen, als men daarvan duplicaat nood zakelijk blijft achten. Aan het einde van zijn opstel: „Ueber Vervielfciltigung der Stück- vermessungs-Handrissein het Zeitschr. für Verm. 1889 blz. 14 en v.v. vraagt de heer Steppes of deze methode wellicht niet voldoende is, als men slechts twee exemplaren noodig heeft. Overigens wordt in dat opstel aan autografische overdrukken de voorkeur gegeven boven lichtdruk. Met het oog op eventueele lichtdrukken van veldwerk, zou moeten onderzocht worden, welk pauspapier het meest geschikt is voor aanteekeningen te velde en of het niet mogelijk is lichtdrukken te krijgen van teekeningen in donker potlood op pauspapier. Zoo niet, dan zou men, als in het buitenland, bij goed weer de cijfers dadelijk in inkt moeten zetten. Aan veldwerkschetsen stelle men verder geen al te hooge op het veld te veel tijd en mooi weer vorderende eischen, Anw. VIII zegt, dat het veldwerk zoo duidelijk moet zijn, dat ieder ander het kaar- teeren kan. De heer Lallemand stelt ook geen hoogeren eisch, dan dat het begrijpelijk moet zijn en hecht niets, nr. i. terecht, aan het kaarteeren op schaal te velde, wat trouwens nooit consequent volgehouden kan worden dan ten koste der duidelijkheid en van veel tijdverlies. Het formaat voor veldwerk zou ik niet gaarne grooter wenschen dan wij tot nog toe gewoon zijn: half vel Hollandsch papier. Ik besluit met de opmerking, dat zich onwillekeurig de vraag aan mij opdringt of te gelegener tijd het Topografisch Bureau niet de aangewezen inrichting is, om desgevraagd het kadaster welwillend van advies te willen dienen in zake fototechniek. G. J. Colpa. 's-Gravenhage, December 1905.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 248