243 Tweede Kamer. Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1906. VIId° HOOFDSTUK B. Financiën Memorie van Antwoord. 4. Kadaster. Naar aanleiding van den aandrang, op den ondergeteekende uitgeoefend, tot het nemen van initiatief om met zijn ambtgenoot van Justitie overleg te plegen, voor het nemen van wettelijke maatregelen betreffende de be wijskracht van het kadaster, moet hij opmerken, dat het hem tot dusverre aan den noodigen tijd heeft ontbroken om zich over dit gewichtig onder werp reeds een bepaalde meening te vormen. Hoewel tot overleg niet ongezind, komt het hem aanvankelijk voor, dat aangezien tot nu toe alle aandrang van de zijde der belanghebbenden, tot het toekennen van be wijskracht aan het kadaster, ontbreekt, die maatregel niet kan geacht worden urgent te zijn. In dien stand van zaken bestaat er te meer reden om in de zeer hooge kosten, welke daaruit ongetwijfeld zouden voort vloeien, een ernstig bezwaar te zien, dat in de tegenwoordige financiëele omstandigheden van bijzonder gewicht is te achten. Het kadaster is hier te lande aanvankelijk opgericht tot fiscale doeleinden en nog steeds de onmisbare grondslag voor de heffing der grondbelasting. Bovendien is in de omstandigheid dat maatregelen in het belang van den landbouw, in het Voorloopig Verslag wordt meer speciaal van ruilverkaveling gesproken, de medeweruing eischen van ambtenaren van het kadaster, geen grond te vinden voor overbrenging van dezen tak van dienst naar het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel. Ve Afdeeling. Opheffing van de betrekking van controleur van het kadaster. Art. 21. Een onderzoek of het werk der controleurs van het kadaster niet aan andere ambtenaren zou kunnen worden opgedragen, zou voor het oogenblik weinig nut hebben, omdat niemand er in vollen ernst aan kan denken, een corps dat grootendeels uit ambtenaren van middelbaren of jeugdigen leeftijd bestaat, en dat hetzij terloops gezegd zeer ver dienstelijke leden telt, met één pennestreek te doen verdwijnen. Intusschen zij de aandacht er op gevestigd, dat de speciale opleiding van de ambte naren der grondbelasting door het hierboven herhaaldelijk genoemde organisatiebesluit van 1904 is vervallen. De controleurs zullen voortaan

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 251