246
last, er werd reeds meer op gewezen, wordt door de bijdragen slechts
ten deele gedekt.
Bovendien verlieze men niet uit het oog, dat bij pensionneering van
een ambtenaar die de bijdrage over zijn laatsten grondslag ten volle heeft
betaald, doch voor wien die grondslag nog geen zestig maanden heeft
gegolden, de invloed van dien grondslag op de bepaling van het pensioens
bedrag toch altijd zeer groot is, omdat in het ongunstigste geval de boven
bedoelde middelsom in elk geval voor 4/E over dien grondslag wordt berekend.
Algemeene Beraadslaging.
De heer Treub. Mijnheer de Voorzitter! Deze bespreking1) brengt mij
vanzelf tot een ander punt, de inrichting namelijk van de kantoren van
hewaring-der hypothckctren van het kadaster.
Schijnbaar is dit een heele sprong, omdat deze zaken met de registratie
eigenlijk niets te maken hebben, maar in werkelijkheid is er geen sprong
van het eene tot het andere onderwerp.
Verklaarbaar op historische gronden, maar logisch volstrekt onverklaar
baar, is de afdeeling Hypotheken en Kadaster niet alleen gebracht onder
de afdeeling Registratie, maar heeft het korps registratie-ambtenaren zich
daarvan geheel meester gemaakt.
De opmerking dienaangaande in het Voorloopig Verslag gemaakt, is
aan het Departement van Financiën verkeerd verstaan. In de Memorie
van beantwoording wordt gezegd: wat wilt gij? De bewaarders van de
hypotheken en het kadaster worden in den regel genomen uit de registratie
ambtenaren, maar men kan ook landmeters benoemen.
Dit laat mij vrij koud, men meent aan het Departement dat, wanneer
men dergelijke zaken bespreekt, men bedoelt de eene catagorie van
ambtenaren in de plaats van de andere stellen. Dat is echter de quaestie niet.
Maar de organisatie van de kantoren der hypotheken en van het kadaster
is zoodanig verouderd, dat die der registratie er haast mooi bij is te noemen.
Dit is sterk gezegd, maar het is zoo. Wat. toch is de regeling der hypo
theken en het kadaster'? Deze: de hypotheekbewaarders heeten als be
waarders van hypotheken fiscale ambtenaren, terwijl toch de hypothecaire
boekhouding niet met fiscale bedoelingen in de wet gebracht is.
Hun bezoldiging ontvangen zij echter niet van den Staat, maar zij
heffen voor zich zeiven een belasting van het publiek. Het zou onheusch
klinken tegenover die ambtenaren en dal is in de verste verte mijn
bedoeling niet, want ik beb verscheidene goede kennissen onder hen,
maar zij leven eigenlijk van fooien van het publiek; zij krijgen van den
een een kwartje, van den ander 50 cents, en hebben daaruit een mager
inkomen als zij een klein, en een groot inkomen als zij een groot
kantoor hebben.
Van de registratiebelasting. Red.