248
Ten slotte zou de zaak dan hierop neerkomen, dat de hypotheekkantoren
zouden moeten dienen, voor hetzelfde doel als de kleine sigarenwinkeltjes
in Frankrijk, die aan weduwen van verdienstelijke ambtenaren worden
gegeven, namelijk om aan verdienstelijke registratie-ambtenaren een dou
ceurtje te geven.
Het is een zeer geleidelijke overgang, wanneer ik van de hypotheken
op het kadaster kom.
Evenzeer als een reorganisatie noodig is voor de inrichting van dat deel
van de registratie, dat betrekking heeft op de hypothecaire boekhouding,
evenzeer is noodig een reorganisatie van het kadaster.
Ik spreek nu niet over de rechtsgeldigheid van het kadaster, daar kom
ik straks met een enkel woord op -tent»,- maar over de organisatie van
de kantoren.
Aan die organisatie van de kantoren ontbreekt bijna alles. Er heerscht
een onhoudbare en slechte toestand. De ingenieurs-verificateur van het
kadaster hebben in naam allerlei verantwoordelijkheid, die zij inderdaad
niet hebben.
De landmeters, op wie het werk rust, hebben veel te weinig zelf
standigheid door een fout in de organisatie, die ik nu niet in denbreede
zal uitmelen om niet te lang te worden.
Men put volstrekt niet uit de krachten die men in de ambtenaren
heeft, wat er uit te putten is.
Het gebeurt herhaaldelijk, dat landmeters gezet worden aan werk, dat
evengoed kan worden opgedragen aan teekenaars en evenzeer dat ingenieurs-
verificateur niet geschikt zijn voor het werk, dat zij op het papier heeten
te doen, maar wegens den grooten omvang van hun taak niet kunnen
verrichten.
Ook ten aanzien van de organisatie der bewaring van hypotheken en
het onderhoud van het kadaster is grondige reorganisatie noodzakelijk.
Nu heb ik een denkbeeld aan de hand gedaan, dat blijkens het Voor-
loopig Verslag door andere leden werd gedeeld, n.l. dat zoowel de bewaring
der hypotheken als de dienst van het kadaster zou worden ontnomen aan
het Departement van Financiën en overgebracht naar het nieuwe Depar
tement van Landbouw, en het komt mij voor, dat dit denkbeeld zoo
rationeel en zoo logisch mogelijk is.
Dat de bewaring van de hypotheken en de boekhouding van de rechten
op den grond en wat daarmede samenhangt, niet eigenaardig thuis be-
hooren bij het Departement van Financiën, schijnt mij aan geen redelijken
twijfel onderhevig. Wat betreft het kadaster, kan ik mij volkomen be
grijpen, dat men dezen diensttak onder het Departement van Financiën
heeft gebracht op grond van zijn oorsprong, maar het kadaster heeft tegen
woordig allerlei diensten te verrichten, die volstrekt niet meer van zuiver