268 artikel 15 van het reistarief op de verblijfkosten van de landmeters, zooals reeds is geschied op die van andere categorieën van ambtenaren, als officieren gedetacheerd bij de militaire verkenningen en ambtenaren van de posterijen en telegraphie. Het reistarief toch heeft ten doel de kosten van dienstreizen te ver goeden, geenszins eene bron van bij-inkomsten te openen. Tenzij men toepassing van artikel 15 steeds verongelijking wil noemen, kan dus van verongelijking geen sprake zijn, wanneer, op grond van bijzondere omstandigheden, gelijk zich blijkens het vorig Verslag bij de landmeters voordoen, een lager bedrag voor verblijfkosten dan bij het tarief is vastgesteld, voldoende is en deze daarom Krachtens aitikel 15 worden verminderd. Toelichting van den Minister van Financiën. Het moet betwijfeld worden, of de toepassing van art. 12 van het reis tarief voor de landmeters van het kadaster eene bron van bij-inkomsten is. In 1902 (onder de vroegere regeling) werd aan hen voor verblijfkosten vergoed f 16 003,10, terwijl dat in 1904, naar het tarief van het Konink lijk besluit van 5 Januari 1884 Staatsblad n». 4) f 23 581,48 bedroeg, een verschil dus van f 7578,48, hetwelk, verdeeld over de 160 landmeters, die in 1904 veld werkzaamheden verrichtten, per hoofd f 47 bedraagt. Over de tijdvakken van 1 April 1902 tot ultimo December 1902 en 1 April 1903 tot ultimo December 1903 (het reistarief trad 1 April 1903 in werking voor de landmeters) bedroeg dat verschil f 6392,22. Wanneer men nu in aanmerking neemt, dat - zooals bij brief van 30 October 1903, n°. 30, Registratie, aan de Kamer in den breede is uit eengezet de landmeters onder de vorige regeling hunne werkelijke uitgaven niet geheel vergoed kregen, dan wordt het bovengenoemde ver schil nog kleiner. Daarom, en omdat het voorstellen van een lager bedrag, als bedoeld in art. 15 van bovengenoemd Koninklijk besluit oorzaak zou kunnen worden, dat de landmeters weder, evenals vroeger, hunne werkelijk ge dane uitgaven niet vergoed zouden krijgen, wordt het niet wenschehjk geacht tot toepassing van voornoemd art. 15 over te gaan. Reizen binnen den kring eener gemeente. Door den Minister van Financiën werd aan de Algemeene Rekenkamer ter verevening aangeboden eene vordering wegens reis- en verblijfkosten van een landmeter van het kadaster te Rotterdam, waarin o. a. waren begrepen verblijfkosten voor verblijf te Feijenoord en Kralingen. De Kamer was van oordeel, dat verblijfkosten alleen kunnen worden genoten 'wanneer werkelijk eene reis is gedaan, en dat eene vei plaatsinB

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 276