29
hooger kosten plaats dan bij de oorspronkelijke opmaking van het kadaster,
doch de grondslagen zijn dezelfde gebleven.
«Waartoe dient die vernieuwing? Niet voor den omslag der grond
belasting, daartoe is het bestaande kadaster voldoende. Noch om de
bijhouding gemakkelijker te maken, want voor dit in hoofdzaak admini
stratief belang zijn de hermetingen veel te omslachtig en te kostbaar,
terwijl tegenover dit voordeel nog het nadeel staat, -dat de boekhouding
vooral de hypothecaire er door wordt bemoeilijkt. De vernieuwing
van het kadaster kan geen ander doel hebben en heeft ook geen ander
doel, dan de rechtszekerheid van den grondeigendom te vermeerderen.
Edoch, in de practijk komt daarvan weinig terecht, zoolang men er niet toe
overgaat als grondslag voor de meting te nemen de eigendomsgrenzen
d. w. z. de grenzen, zooals die door de eigenaars zeiven zijn vastgesteld of
aangewezen.»
Mr. P. R. Feith zegt daarvan: «De meerdere zorg in de laatste jaren
besteed aan de verbetering (van het kadaster), moet voor een deel als
weggeworpen geld worden beschouwd, omdat op den bestaanden gebrek-
kigen grondslag nooit een goed resultaat te verkrijgen is
Moge de fiscale grondslag, waarop het kadaster in Nederland berust,
door velen ten sterkste worden afgekeurd, nog meer is dit het geval ten
aanzien van de kadastrale nommers als grondslag van het hypothecair stelsel.
Omtrent de vorming van kadastrale perceelen zegt de heer I. Boer Hz.
«Men kwam er toe, eenvoudig zooveel perceelen te vormen, als maar
mogelijk was door, behalve den plattegrond der gebouwen, alles op te
meten, wat voor een perceelgrens kon door gaan. Het aantal perceelen
is daardoor gemiddeld 5 a 10 en bij landelijke eigendommen 10 a 20
maal grooter, dan het aantal eigendommen. Hoe uitvoeriger de kaart
is, des te eerder zal de overeenstemming met het terrein verdwijnen,
des te moeielijker de bijhouding op den duur worden. De onophoudelijke
veranderingen in den platten grond der gebouwen en in de inwendige
indeeling van den eigendom moeten opgemeten worden en geven tot
voortdurende wijziging der kaart, tot vernummeringen en overboekingen
aanleiding; deze hebben voor 80 a 90 pCt, plaats, zonder dat de eigen-
doms-grenzen veranderd zijn.
«De basis voor de boekhouding op den eigendom is dus veranderlijk
door invloeden, waaraan die boekhouding vreemd moest blijven; de om
schrijving van de onroerende goederen, door vermelding der kadastrale
nommers in koop- en andere akten, heden juist, deugt morgen niet meer.
«Vele grenzen van kadastrale perceelen, die niet tevens eigendomsgrenzen
zijn, worden meer of minder verplaatst al naar mate de eischen der
1) Handelingen Ned. Jur. Ver. I blz. 112.