34
«In het jaar 1837 werd bij Stb. No. 3 de instructie voor de uitoefening
der functiën van gouvernements-landmeter vastgesteld en van toepassing
verklaard voor de landmeters te Batavia, Semarang en Soerabaja,- en bij
Stb. 1863 No. 158 ook voor de overige gewesten op Java en Madoera.
«De gouvernements-landmeters voldeden in den regel niet aan de voor
schriften, vervat in hunne instructie. Alles, waarvoor salaris gerekend
kon worden, werd verricht en afgegeven; daarentegen geschiedde het
aanleggen van de blokkaarten in den regel niet».
Hiervan nu kan men den ouden landmeters geen verwijt maken. Wij
hebben bij den aanleg der kadastrale plans gezien, hoeveel tijd, personeel
en geld benoodigd zijn om dergelijke kaarten samen te stellen en dat
het niet aanging dit van de, op weinig uitzonderingen na, karig bezoldigde
landmeters te eischen.
«De kantoren der gouvernements-landmeters," vervolgt de heer De Bas,
geleken wel winkeltjes waar de benoodigde stukken voor de overschrijving
van vaste goederen verkocht werden. Aangezien er geen concurrentie was
of controle bestond, ontvingen de belanghebbenden slechte waar voor veel
geld; het tarief op de salarissen werd dikwijls vreemd toegepast".2)
In het jaar 1839 werden de landmeters te Batavia in het corps gouver-
nements-ambtenaren opgenomen. Het bureau aldaar ontving den naam
van Kadastraal-BureauEene som van f 1475 's maand werd uitgetrokken
ter bestrijding van de uitgaven voor tractementen aan landmeters, klerken,
oppassers en aan bureauonkosten. Eene som van f 3000 werd disponibel
gesteld voor de herziening van de verpondingskohieren, registers en blok
kaarten. De hoofdingenieur van den waterstaat Tromp, belast met de
superintendentie van het kadastraal-bureau, meende dat bovengenoemde
som hem in staat zoude stellen om in den tijd van 5 jaren de verpon
dingskohieren te herzien, opnamen te bewerkstelligen en nieuwe kaarten
en registers te doen vervaardigen. Weldra bleek, dat die tijd veel te
kort was geraamd, zoodat een nieuwe termijn van 5 jaar werd gesteld
en de noodige gelden door de Regeering werden verleend.
In het jaar 1847 bemerkte men, dat in de verloopen acht jaren geen
noemenswaardige verbeteringen waren tot stand gekomen. De geringheid
der toegestane fondsen, het gebrek aan deskundigen, enz. waren oorzaak,
dat instede van nieuwe registers samen te stellen en opnamen te verrichten,
men zich vergenoegd had met de afmetingen, koersen en belendingen
der betrokken perceelen uit de oude koopbrieven over te nemen. Het
behoeft geen betoog dat de bescheiden, welke men uit die stukken putte,
verre van juist waren.
Naar de zelfde gegevens had men blok- en andere kaarten samengesteld.
1) Bldz. 102.
2) Idem