45 waardoor de grond op Java en Madoera beheerscht wordt," en wel als volgt: dvolledigheidshalve zij nog gezegd, dat hij de tweede en latere overgangen, na de ingebruikstelling van het nieuwe kadaster, nog alleen de nieuwe kadastrale kenmerken in de akte worden aangehaald, daar door de mede-aanhaling van het verpondingsnommer in de eerste akte, het noodige verband tusschen de opvolgende akten is verzekerd." Eveneens volgt uit art. 2 dat hij overgang van geheele kadastrale nom- mers geen meetbrief is vereischt, aangezien geacht wordt, dat het perceel door de voorstelling op het kadastrale plan voldoende is bepaald, terwijl de meetbrief, bij overgang van gedeeltelijke perceelen, het object, dat op de kaart niet te vinden is, nader omschrijft. Diensvolgens hebben verschillende bewaarders en landmeters gedurende langeren of korteren tijd in hunne «landmeterskennissen" geen meet brieven genoemd bij overgang van geheele kadastrale perceelen en bij tweeden en volgenden overgang geen verpondingsnommers. Yrij algemeen is men daarvan terug gekomen. Sommigen uit overtuiging, dat de stipte toepassing van bedoelde voor schriften tot eene jammerlijke verwarring zou leiden, anderen op bevel en tegen hunne overtuiging. De aanhechting van een meetbrief van een gedeeltelijk kadastraal perceel aan de akte wordt vrij algemeen nagelaten. Overschrijving onder vermelding van gedeeltelijke kadastrale nommers zonder meetbrief komt vaak voor. Ingevolge het bepaalde bij de Ie alinea van art. 4 is bij verschillende gouvernementsbesluiten op tal van kadastrale afdeelingen het bepaalde bij Stbl. 1880 no 147 van toepassing verklaard. Deze gouv. besluiten zijn niet opgenomen in het Staatsblad noch in het Bijblad. De griffiers bij de raden van Justitie te Batavia, Semarang en Soerabaja en de residenten in de overige gewesten ontvangen afschriften van genoemde besluiten, maar zij zijn onbekend met de uitgebreidheid en de grenzen der kadastrale af deelingen. De namen dier afdeelingen zijn genoemd in den regeerings- almanak. In die van het jaar 1904 telt men er plm. 320. Voor een aantal kadastrale afdeelingen bestaat geen overeenstemming tusschen den naam op het minuutplan vermeld en die in het betrekke lijk gouvernementsbesluit genoemd en in den regeeringsalmanak opgegeven. Bij Stbl. 1890 no. 130 is het bepaalde bij art. 1 van Stbl. 1880 no. 147 gewijzigd, in verband met de voorschriften der landrentemetingen, goed gekeurd bij gouvernementsbesluit van 18 Juni 1890 no. 6, welke on voldragen vrucht vervangt de voorschriften bedoeld bij gouv. besluit van 4 Augustus 1879 no. 7. Bij bedoeld Staatsblad wordt bepaald, dat de (1) (Tijd. voor K. en L. VI p. 243).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 47