46
kadastrale kenmerken in de districten, opgemeten volgens de nieuwe
voorschriften, zullen zijn
a. de naam van de residentie;
b. de naam van de bestuursafdeeling;
c. de naam van de dessa;
d. de kadastrale nommers der perceelen.
Art. 100 van de reeds genoemde voorschriften zegt, dat de nomrnering
der perceelen, die ingevolge art. 42 zijn opgemeten geschiedt dessa's-ge-
wijze, voor elke dessa beginnende met nommer 1.
Het kadastraal-nommer bedoeld bij sub. d. van bovenbedoeld Staatsblad
is dus het dessa-volgnommer.
De voorschriften goedgekeurd bij gouvernementsbestuit van 18 Juni
1890 No. 6, hebben echter niet voldaan, en bij wijze van proefneming
is daarvan afgeweken, en aangezien die proeven nu 14 jaar na de goed
keuring der eerste voorschriften, nog niet tot bevredigende resultaten
hebben geleid, zijn de nieuwere en nieuwste voorschriften nog niet door
de regeering goedgekeurd. Volgens de nieuwere voorschriften, waarmede
op proef wordt gewerkt, ontvangen perceelen, onder eenigen titel bezeten
of aangevraagd, geen dessanommer, maar een districtsvolgnommer.
Bij missive van den fungeerenden gouvernements secretaris van den
23 Augustus 1887 No. 322/c wordt medegedeeld, dat akten, opgemaakt
na de toepasselijkverklaring der ordonnantie van 8 Augustus 1880
Stb. 147 zonder vermelding der kadastrale kenmerken foutief zijn. Dit zal
waarschijnlijk ook het geval zijn met akten, waarin de kadastrale kenmerken
genoemd zijn niet overeenkomstig de goedgekeurde voorschriften.
Bij Sibl. 1901 No. 217 is aan de kadastrale kenmerken ook de naam
van het district toegevoegd.
Daarop is gevolgd de reorganisatie van het Binnenlandsch Bestuur,
waarbij op groote schaal afdeelingen werden gesplitst en samengetrokken.
De kadastrale kaarten, districtsgewijze opgemaakt, kunnen deze beweging
niet volgen. Dit nu zet de kroon op de dubbelzinnigheid, die in de ver
melding der kadastrale aanduiding heerscht.
Bij Sthl. 1881 no. 188 werd vastgesteld het Tarief van Salarissen voor
de verrichtingen van de ambtenaren van het Kadaster ten gerieve van het
publieke.
De berekening van het salaris voor het opmaken van meetbrieven
geschiedt over de waarde. Het werk besteed aan de opmaking van meet
brieven loopt zeer uiteen voor verschillende gevallen en houdt meer verband
met de uitgestrektheid dan met de waarde van het perceel.
Het salaris voor meetbrieven tot eene waarde van f 10000 is buiten-
(1) Diepenheim, ordonnantie op de I. en O. p. 42.