Ruilverkaveling.
Wij hebben onlangs in herinnering gebracht, dat de commissie
„Ontginning", die indertijd door het Nederlandsch Landbouw-Comité
is ingesteld, zich reeds eenige jaren bezig houdt met het bestudeeren
van de mogelijkheid om hier te lande te komen tot eene wetgeving
omtrent samenvoeging van grondbezit en betere indeeling van lande
rijen, in het belang van den landbouw en ter verhooging van de
productiviteit des bodems. Zelfs meenden wij, dat door de genoemde
commissie aan het Landbouw-Comité reeds een uitgebreid verslag
omtrent dit onderwerp met een voorstel van wet was toegezonden.
Intusschen heeft men van alleszins bevoegde zijde er ons opmerk
zaam op gemaakt, dat de behandeling van deze aangelegenheid nog
niet zoo verre gevorderd, maar de stand van zaken de volgende
is. De commissie „Ontginning" heeft in een vijftal vergaderingen
het onderwerp, dat door haar met den naam „ruilverkaveling" is
bestempeld, besproken; zij is daarbij tot de- overtuiging gekomen,
dat de Nederlandsche toestanden wettelijke regeling op dit stuk
wenschelijk maken en zij heeft de hoofdpunten van zoodanige rege
ling aangegeven. De belichaming van hare denkbeelden in den
vorm van een wetsontwerp heeft zij daarop opgedragen aan eene
sub-commissie, en deze heeft dit deelden wij onlangs reeds
mede aan twee van hare leden, de heeren Mrs. Wolterbeek
Muller en Schepel, verzocht het voorstel te willen samenstellen.
Oorspronkelijk verschenen in
Nieuwe Rott. Courant, 12 Februari 1905. Eerste blad D;
id.
15
id.
id.
id.
0;
id.
17
id.
id.
id.
id.;
id.
19
id.
id.
id.
D;
id.
21
id.
id.
id.
C.
De in de N. R. C. verschenen beschouwingen over «Ruilverkaveling» staan
in zoo innig verband met de voorloopige uitkomsten van den arbeid der com
missie «Ontginning», dat nakoming der belofte: «de hier te lande in andere
geschriften verspreide artikelen en berichten, die voor dit orgaan actueelc waarde
hebben, zullen overgenomen worden», afgelegd door den stichter onzer periodiek
in «Ons Doel», voor deze verhandeling ongetwijfeld plichtmatig is.