64
senschaften" lichamen met onze waterschappen eenigermate te
vergelijken die door grondeigenaars met medewerking en onder
goedkeuring van de overheid kunnen worden opgericht met het doel
om werken tot stand te brengen in hun gemeenschappelijk en tevens
in het openbaar belang. Aan de „autorisirte Genossenschaften",
die tot regeling van veldwegen of tot het aanleggen van bevloeiings-
of afwaterings-inrichtingen zijn opgericht, geeft nu eene wet van
30 Juli 1890 de bevoegdheid; „ruil van perceelen tegen nieuw te
vormen perceelen ook tegen den wil der eigenaars tot stand te
brengen, wanneer de werken voor den landbouw nut zullen kunnen
afwerpen en slechts bij nieuwe indeeling van het grondbezit kunnen
worden uitgevoerd*.
Besluiten wij dit overzicht van aard en strekking der wetgevingen
omtrent ruilverkaveling in Duitschland met het oordeel weer te geven,
dat W. Wittich in zijn artikel Zusammenlegung der Grundstücke"
in het „Handwörterbuch der Staatswissenschaften". van G onrad
c. s. over den maatregel uitspreekt: „Die Zusammenlegung der
Grundstücke hat überall, wo sie erfolgt ist, eine grosze Bedeutung
für die Entwickelung der landwirtschaftlichen Productionstechnik
gewonnen." Wij zullen de Beiersche wet kiezen om na te gaan
op welke wijze eene ruilverkaveling tot stand komt en welke de
daarbij gevolgde procedure is, niet alleen omdat zij eene van de
jongste wetten over het onderwerp is, maar ook, omdat zij als eene
van de meest volledige is te beschouwen.
Volgens de Beiersche wet kan ieder eigenaar voor zijne landerijen
en ieder gemeentebestuur voor binnen het gebied van de gemeente
liggenden grond ruilverkaveling aanvragen. De aanvraag moet worden
gedaan bij „die Flurbereinigungskommission" eene Centrale
Commissie voor heel Beieren die is ingesteld met het doel om
leiding te geven aan en gezag te oefenen in ruilverkavelingszaken,
wier samenstelling en werkkring is geregeld bij, laat ons zeggen, alge-
meenen maatregel van bestuur en wier leden door den Koning worden
benoemd. De Centrale Commissie gaat de aanvraag na, wint daar
omtrent schriftelijk inlichtingen in of zendt een deskundige om ter
plaatse een onderzoek in te stellen. Vestigt zich bij haar de over
tuiging niet dat in het gegeven geval van ruilverkaveling „een
nuttiger gebruik van grond en bodem is te wachten", dan wijst