70
verleenen. wanneer de nieuwe indeeling op het terrein is afge
bakend en ten minste s/r deel van alle eigenaars het vragen op
grond dat uitstel in dezen hun aanmerkelijke schade zoude kunnen
berokkenen.
De voorschriften van de wet doen niet te kort aan de vrijheid
om, wanneer alle belanghebbenden grondeigenaars en derden
het goedvinden, in onderling overleg de wijze te bepalen om tot
ruilverkaveling van gronden te geraken.
De medewerking van de Centrale Commissie is voor dergelijke
gevallen niet vereischt, maar kan worden ingeroepengeschiedt dit,
dan kan de Commissie vereenvoudiging toestaan in den gang van
de wettelijke procedure. Op deze medewerking stelt de wet be
grijpelijker wijze prijs en vandaar de bepaling, dat bij ruilverkavelingen,
die onder leiding van de Centrale Commissie plaats vinden, voor
het opmaken van staatswege van allerlei stukken en bescheiden en
het verrichten door staatsambtenaren van allerlei handelingen, geene
retributiën zullen worden geheven.
Overigens is de Beiersche Staat den maatregel van ruilverkaveling
bijzonder welwillend gezind. Alle kosten van de Centrale Commissie
en van hare deskundigen en commissarissen worden door de schat
kist gedragen; de meeste van de werkzaamheden van kadastralen
aard, waartoe ruilverkaveling aanleiding geeft, geschieden voor staats
rekening. En de kosten van den maatregel, die ten laste van de
grondeigenaars blijven, worden bij voorschot uit een staatsfonds
„das Flurbereinigung-Fonds" gekweten, terwijl terugbetaling van
het voorschot, de bedrijfsomstandigheden van de eigenaars en den
omvang van de ruilverkaveling in aanmerking genomen, tot een
bedrag van ten hoogste de helft kan worden kwijtgescholden.
Voor zooverre kwijtschelding niet heeft plaats gehad, moet telken
jare een derde gedeelte worden terugbetaald; verdeeling van de
stortingen over een tijdvak van zes jaren kan echter worden toegestaan.
Ten slotte eenige cijfers, ontleend aan de inleiding tot den be
kenden commentaar op de Beiersche wet van v. HaagBrettreich.
Sedert het in werking treden van de wet in 1886 zijn bij de
Centrale Commissie omstreeks 840 aanvragen om ruilverkaveling
ingekomen, van 'welke 350 regelingen van veldwegen en 125
minder eenvoudige ruilverkavelingen zijn tot stand gebracht.
Bij deze ondernemingen waren meer dan 19,000 eigenaars met
meer dan 23,000 hectaren betrokken. Volgens de becijferingen van