73
in bevolking van deze dorpen, gepaard aan de liefde voor den
ouderlijken grond, heeft gemaakt, dat daar de lange smalle erven
in steeds kleinere stukjes werden verdeeld. „Elk kreeg uit het
ouderlijk erfdeel verschillende stukjes grond; dicht bij huis en verder
af, zooveel mogelijk over het geheele erf verspreid. Daardoor heeft
een Staphorster of Rouveensche boer niet zelden stukjes grasland
van enkele vierkante meters oppervlakte op 1 a l1^ uur gaans
van zijne woning liggen, en andere familieleden hebben heteveneens."
„Neemt men hierbij nog in aanmerking" zegt de heer Boer, deze
correspondentie in het Sociaal Weekblad 0) besprekend, „dat
de trouwlustige Staphorsters en Rouveeners eeuwen aaneen hunne
wederhelften zochten en vonden in hunne dorpen, dan ziet men
licht in, dat aan die versnippering van den grond eene vereeniging
in ééne hand door huwelijk en vererving van overal verspreid
liggende perceeltjes gepaard ging, zoodat menig eigenaar thans
honderden kleine, uren uiteengelegen eigendommen bezit, die alleen
bereikbaar zijn van den dorpsweg uit langs honderden veldwegen."
De oorzaken, die de staatscommissie voor den door haar gecon-
stateerden ongunstigen toestand aanwees zijn alle werkzaam gebleven.
Om van de plaatselijke gesteldheid nu niet te sprekende gestadige
en lang niet altijd oordeelkundige verdeeling van hoeven bij erfenis
en boedelscheiding ziet men nog altijd gebeurende neiging om
verkochte hofsteden in verschillende perceelen te splitsen om hooger
koopprijzen en pachten te maken, schijnt ook nog steeds niet te
zijn uitgeroeid. Enkele jaren geleden nog is in ons blad in eene
correspondentie uit Limburg aangetoond, welke uit agrarisch oog
punt bedenkelijke toestanden zich in die provincie uit de door de
Duitschers met een teekenend woord als: „Güterschlachterei" aan
geduide handelwijze, geleidelijk en schier ongemerkt hebben ont
wikkeld. „Er zijn", schreef onze correspondent, „in Limburg ge
meenten, waar de bezittingen van kleine landbouwers in verbazend
kleine perceeltjes versnipperd zijn (er komen er voor van 3 tot
4 meter breedte en van 150 tot 200 meter lengte.)
Andere zijn er, waar de in alle richting verspreide perceelen voor
het grootste gedeelte niet langs wegen, maar slechts over de akkers
der buren heen te bereiken zijn; weer andere waar die toestand
belangrijke grondverbeteringen in den weg staat of den overgang
Van 27 September 1902.