5
beiden des Maandags van Overschie naar Rhoon en Pendrecht af
reisden en des Zaterdags terug kwamen, ieder een dier gemeenten
behandelende.
„Ons aan den Ouden Maas gelegen nieuw arbeidsveld was zeer
uitgestrekt, en in het voorjaar van 1830 hadden wij met veel slecht
weer te kampen, zoodat wij eerst tegen de maand Juni 1830 met
de meting en kaarteering gereed kwamen.
„Op 25 Juni 1830 werd ik overgeplaatst naar de divisie van den
ingenieur-verificateur te Arnhemden heer W. Kuik, om onder
leiding van den landmeter der le klasse F. A. Jagerink. mij wel
bekend van Oudewater, eerstens de herziening te doen van een
sectie der gemeente Doetinchem, en daarna de meting van de ge
meente Kring-van-DorthJ) tusschen Zutphen en Deventer gelegen.
„Na de opmeting gingen wij beiden naar Zutphen en namen
intrek in het logement „de Klok" van den heer Hiddink, den groot
vader van den later naar Indië vertrokken ingenieur-verificateur van
dien naam.
„In dat logement waren ongeveer 28 landmeters, uit andere
streken saamgetrokken, ter opmeting van de laatste gemeenten der
provincie Gelderland.
„Den 24. Augustus 1830 was in België het oproer uitgebroken,
wat ons dagelijks in spanning bracht.
„Medio December kwam de ministerieele resolutie, dat de kadastrale
werkzaamheden tijdelijk werden gestaakt, en een ieder zich huis
waarts kon begeven, daarbij was tevens gevoegd de Koninklijke op
roeping, om uit liefde voor het Vaderland de wapens op te nemen.
„Ons onderhanden werk was gereed, ook dat van de meeste dei-
te Zutphen zijnde landmeters, waarom wij in den loop van een door
ons met geestdrift doorgebrachten avond besloten, als vrijwilliger
voor onbepaalden tijd in dienst te gaan.
„Den volgenden morgen vervoegden de meesten zich ten bureele
van den kolonel der huzaren, die zeer ingenomen was met de komst
van zooveel flinke borsten, doch daar ik destijds zeer klein van
persoon was, en slechts ruim 17 jaar oud, werd ik voor de kaval-
lerie afgekeurd en vertrok ik dus naar mijne ouders te Dordrecht.
J) Heerlijkheid en voormalige afzonderlijke gemeente (schoutambt) in Gelder
land. In 1822 met de gemeente Qorssel vereenigd, waarvan zij nu het noor
delijk deel uitmaakt.