89
ciën niet kunnen worden gevorderd, maar liggen op den weg
van het rijk.
Wij zijn hiermede aan het eind gekomen van onze beschou
wingen over ruilverkaveling. Ons doel daarmede was tweeledig.
Wij hebben het belangrijke onderwerp, dat velen in den lande
nog tamelijk onbekend moet zijn geweest, meer onder de alge-
meene aandacht willen brengenwij hebben verder een bewijs van
belangstelling willen geven in het streven van het Nederlandsch
Landbouw-Comité en van hare commissie „Ontginning".
De toekomstige Ruilverkavelingswet.
In den aanvang van dit jaar werd door de dagelijksche pers x)
melding gemaakt van de toezending aan de leden van het Neder
landsch Landbouw-comité, van een uitgebreid verslag der Com
missie „Ontginning", dat in zou houden het ontwerp van wet op
de „ruilverkaveling".
Uit den inhoud van het dagbladbericht valt af te leiden dat,
waarschijnlijk om in den lande eenige stemming te maken voor
deze hoogst gewichtige, doch helaas nog vrijwel onbekende agro-
nomische hervorming, vrijgevig verspreid werden de notulen van
de 7e en 8e Vergadering der Sub-Commissie 2) die de taak op zich
nam, een ontwerp van wet met memorie van toelichting in gereed
heid te brengen.
Ook wij willen uit die notulen een en ander mededeelen, onder
opmerking echter, dat de arbeid der Sub-Commissie nog niet geheel
voltooid is; alles wat hier plaats vindt, staat dus niet onherroepelijk
vast; een schiften is echter tegenover de lezers van dit tijdschrift
niet geraden, wijl zij, meer of minder deskundig, daardoor een juist
inzicht zouden moeten derven in het concept van wet, door de
H.H. Mrs. Wolterbeek Muller en Schepel op de 7e en 8e bij
eenkomst als onderwerp ter beraadslaging aangeboden.
In de ontworpen wet wordt onder ruilverkaveling verstaan:
«het ter bevordering van landbouw en veeteelt naar een bepaald
b Alg. Handelsblad, 24 Januari 1905. Avondblad 3e blad. N. E. C.,
24 Januari 1905 Tweede blad A., enz.
2; Zie dit Tijdschr. Jrg. XX (1904J, bldz. 143.