90 plan opnieuw indeelen van gronden, al dan niet gepaard gaande met het aanleggen of verleggen van wegen of waterloopen.» Wijl de ervaring elders heeft geleerd, dat de ruilverkaveling, zal zij in ieder opzicht loonend zijn, niet aan gemeentegrenzen gebonden mag wezen, is in overweging genomen: «de wijze en voorwaarden eener verandering der gemeentegrenzen, nadat burgemeester en wethouders der betrokken gemeenten zijn gehoord, te doen ontwerpen door Gedeputeerde Staten, of zoo de gemeenten in meer dan eene provincie liggen, door een Commissie uit de Gedeputeerde Staten dier provinciën, waarna het ontwerp wordt ingezonden aan den Minister van Binnenlandsehe Zaken». Naar gelang van hunne geaardheid heeft de ruilverkaveling rekening te houden met drie groepen van perceelen, a. gronden, welke onder geen omstandigheid er zich aan ver mogen te onttrekken b. gronden, die er slechts voorwaardelijk, met toestemming van den eigenaar, in worden opgenomen; en c. gronden, die onvoorwaardelijk zijn buitengesloten. De gronden sub a genoemd kunnen vrijwillig in de massa worden gebracht, of er, bij verzet, door onteigening binnen worden getrokken. Onder de gronden sub. b genoemd, in den regel behoorende tot de, onder belofte van vervulling eener vooraf gestelde, nauwkeurig omschreven voorwaarde toetredenden, (Bedingungsplane), komen er voor die zich voor opneming nog kunnen melden, wanneer de ruilverkavelingswerkzaamheden reeds een aanvang hebben genomen, zonder nog al te ver gevorderd te zijn. Omtrent de groepen i» en c wordt in het ontwerp voorgesteld te bepalen: (sub. b.) «Onverminderd de bepalingen omtrent onteigening ten algemeenen nutte kunnen tegen den wil van den eigenaar, of van den houder van bet zakelijk recht van erfpacht of van opstal, of van het recht van beklemming, in een plan tot ruilverkaveling niet begrepen worden: a. gebouwen met bijbehoorende erven; b. afgesloten tuinen, die met voor woning bestemde gebouwen een geheel vormen; c. parken; d. hooge en lage verveeningen; e. landerijen bestemd of gebruikt voor andere bedrijven dan die van landbouw en veeteelt».

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 92