92
in plaats waarvan een der leden als voorschrift aanbeval:
«bestaat er geschil over de begrenzing van in ruilverkaveling begrepen
gronden, en zijn de belende eigenaars tot een minnelijke schikking
niet te bewegen, dan wordt voorloopig de grens van het bezit in het
plan van ruilverkaveling opgenomen. Staat ook deze grens niet vast, dan
bepaalt de plaatselijke commissie een voorloopige grens.
«Na de goedkeuring van het plan der nieuwe indeeling kan tegen
de voorloopige grens niet meer in rechten worden opgekomen.»
Ongeacht welke regeling definitief mag worden aangenomen,
duidelijk is, dat met de dwingende bepaling bedoeld wordt naai
meer te streven, dan enkel het uitmaken der vraag, of een eigen-
domsgrens ligt, links of rechts op meer of minder grooten afstand,
van een op het terrein aanwezige bezits- of gebruiksgrens.
Het is toch klaar, dat de afwijking groot moet wezen, wil zij
van overwegenden invloed zijn op den vlakteinhoud van het toe
te wijzen nieuwe bezitveelmeer voor geschillen die loopen ovei
den eigendom van geheele perceelen, of belangrijke gedeelten van
deze, zoekt de ruilverkavelings-wetgever de oplossing; de algemeen
bekende, de normale grensgeschillen redden zich wel.
Twisten als hier bedoeld komen veelvuldiger voor dan men
oppervlakkig wel zou denken. Zij vinden hun oorzaak in de neiging
der grondbezitters om hun eigendom af te ronden dooi ïuiling,
onder algeheelen voorbijgang van administratieven, juridieken en
ambtelijken omslag. Het zijn de verzwegen eigendoms-overgangen,
die te eenigertijd bij belanghebbenden twijfel, die tot grondtwist
kan wassen, in het leven roepen.
Belangrijk is wat Hüser hieromtrent en omtrent de wijze waarop
de ruilverkaveling alles in orde brengt, mededeelt op bldz. 38 en
39 van zijn bekend werk: „Die Zusammenlegung der Grundstücke
u. s. w."; een gedeelte zijner schets van het verloop van de zui
vering der titels, lasschen wij als toelichting hier in.
„Verzwegen eigendoms-overgang ten gevolge van ruiling komt
in het regeerings-district Kassei veelvuldig voor; door het gemis
van een titel is menig eigenaar voor gedeelten zijner perceelen niet
handelingsbevoegd.
„Over deze ruilingen kunnen de feitelijke bezitters dikwijls geen
inlichtingen meer verschaffen, indien zij met tusschen hen, maar
tusschen hunne sinds jaren overleden voorgangers plaats vonden.
„Toch kan de nauwlettende landmeter de perceelen of perceels-