99
te verzekeren in dienst van een spoorwegmaatschappij of om ge
kozen te worden tot State-Surveyor".
Voor de aanstelling tot burgerlijk ambtenaar in de Vereenigde
Staten worden echter in den laatsten tijd meer en meer examens
ingesteld, waarbij het er echter niet op aankomt langs welken weg
de candidaat zijne kennis heeft verkregen.
Maart 1906. M. de Vos.
Commissie herziening van de wetgeving op de registratie en
der hervorming van het kadaster.
Door het Bestuur der Vereeniging voor Kadaster en Landmeet
kunde werd het volgende rekest verzonden:
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het Bestuur der
Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde (welker statuten zijn
goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 4 December 1887 n°. 23);
dat het met groote belangstelling heeft kennis genomen van de
toezegging van Uwe Excellentie om ernstig te overwegen, de
wenschelijkheid der instelling van een commissie, welke voorlichting
zal geven omtrent de herziening van de wetgeving op de registratie
en de hervorming van het kadaster;
dat het in 't bizonder getroffen is door de volgende woorden
van Uwe Excellentie, gesproken in de Eerste Kamer der Staten-
Generaal (Handelingen blz. 294/5): „Intusschen hoe men ook moge
denken over de quaestie van het kadaster met bewijskracht, het
staat naar mijn meening vast, dat er buitendien in de regeling van
het kadaster nog wel het een en ander valt te verbeteren, en indien
dus de commissie in het leven geroepen zal zijn, aan welke de
uitnoodiging zal worden gericht om onze registratie-wetgeving te
onderzoeken, dan zal zij ook buiten de vraag van het verleenen
van bewijskracht aan het kadaster, die ongepraejudicieerd blijft op
het oogenblik in zake het kadaster zelf nog veel nuttige wijzi
gingen aan de hand kunnen doen";
dat het kadaster is een instelling van groote beteekenis, niet
Aan Zijne Excellentie den Minister van Financiën.