102
volgens de bestaande wet het jaar van eerste vruchtoplevering en
dat van schatting medegerekend25 jaren
naar het ontwerp van 1893 25
een-en ander met verlenging:
ingevolge de bestaande wet, ten hoogste tot48
naar het ontwerp van 1893, ten hoogste tot35
b. hij bekading of bedijking:
volgens de bestande wet20 jaren
naar het ontwerp van 1893 25
een en ander met verlenging:
ingevolge de bestaande wet, ten hoogste tot38
naar het ontwerp van '1893, ten hoogste tot35
Of de bestaande termijnen nu de voorkeur verdienen, dan" wel die in
1893 voorgesteld, zal, het zij met alle waardeering van dat ontwerp op
gemerkt, wel niet gemakkelijk zijn uit te maken.
De vraag, of er geen termen zouden bestaan, om in art. 41 der wet
de woorden: «vóór de onderneming van het werk» te doen vervallen,
vindt in het voorafgaande reeds hare beantwoording; die wijziging zou
inderdaad het stelsel der wet aantasten.
Maar wel vindt de ondergeteekende bij nadere overweging voldoende
reden, om eene bepaling in het leven te roepen ten gunste van thans
reeds ondernomen droogmakingen of indijkingen van gronden, welker
belastbare opbrengst nog niet is geregeld. Eene dergelijke overgangs
bepaling is te meer te verdedigen, omdat de oorzaak van de vertraging
in het tot stand komen eener regeling als de nu voorgestelde niet is te
zoeken in de zaak zelf, rnaar in omstandigheden er buiten gelegen.
Eene Nota van Wijziging tot toevoeging van de bedoelde bepaling aan
het ontwerp van wet wordt daarom te gelijk met deze Memorie aangeboden.
Gewijzigd ontwerp.
Art. 1. In Artikel 4-1eerste lid, der wet van 26 Mei 1870(Staatsblad
n°. 82) vervallen de woorden: «en van grooteren omvang dan 500 hectaren
(bunders).»
Art. 2. Voor droogmakingen of bedijkingen van buitengewone kost
baarheid, doch ter oppervlakte van 500 hectaren of minder, die vóór het
in werking treden dezer wet zijn ondernomen, kan de krachtens artikel
35 of 36 der wet van 26 Mei 1870 Staatsblad n°. 82) toegekende termijn,