12
Artikel 22. 1. De toepasselijkheid van art. 16, 1, kan in
verband met art. 18 worden bestreden volgens de gewone regelen
van recht.
2. Overigens kan binnen dertig dagen na het verstrijken van
den in art. 21, 1, bedoelden termijn van terinzagelegging door
ieder gerechtigde tot het oeverland tegen den inhoud der teekening
voorziening worden gevraagd bij de rechtbank, binnen wier gebied
de gronden, ten opzichte waarvan de lijn der begroeiing behoort
te worden vastgesteld, geheel of ten deele zijn gelegen, in welk
geval de lijn der begroeiing door de rechtbank zal worden vastgesteld.
3. Voor zooveel geen vordering, als bedoeld bij 2, is inge
steld, worden de gerechtigden tot het oeverland geacht de lijn dei-
begroeiing, zooals zij op de teekening is aangegeven, behoudens
art. 18 te aanvaarden als rivierwaartsche grens hunner eigendommen.
4. Bij toepassing van 2 wordt verder gehandeld volgens
het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, behoudens:
a. dat alle zaken betreffende eenzelfde werk worden gevoegd;
b. dat, indien den eischer eene grootere oppervlakte wordt toe
gewezen dan hem volgens de teekening zoude toekomen, het Rijk,
in de overige gevallen de eischer in de kosten wordt veroordeeld.
Artikel 23. 1. Is geene vordering, als bedoeld bij art. 22,
2, ingesteld, dan wordt de teekening voorzien van eene verklaring
dienaangaande, van den griffier der daar bedoelde rechtbanken ver
volgens overgeschreven in de openbare registers, bedoeld bij art. 671
van het Rurgerlijk Wetboek.
2. Is de lijn der begroeiing bij vonnis vastgesteld en dit vonnis
in kracht van gewijsde gegaan, dan geschiedt daarvan gelijke over
schrijving.
3. De werking van art. 16, 1, vangt aan op den dag der
overschrijving van de teekening of het vonnis.
Artikel 24. Zoolang de ingevolge art. 23 aan de gerechtigden
tot het oeverland gekomen strook niet is aangewassen of op andere
wijze verland, is het Rijk zonder gehoudenheid tot vergoeding
bevoegd daarin grond en baggerspecie te storten.
Artikel 25. 1. Wordt de ingevolge art. 20 of art. 23 aan
de gerechtigden tot het oeverland gekomen strook van de rivier
of den stroom afgescheiden door aan het Rijk toebehoorende aan-