127
belangen van den Staat, van grondeigenaars, hypotheekhouders, enz.
worden behartigd door verbetering van het kadaster, er moet ook
blijken dat die belangen opwegen tegen de kosten er aan verbonden.
Deze wetenschappelijke opvatting van onze taak heeft ons vele
vrienden doen verwerven, heeft ons steun bezorgd in weten
schappelijke en gezaghebbende kringen, een steun die ambtenaars-
vereenigingen met een doel gericht op egoistische bevordering van
eigenbelangen ons kunnen benijden.
Dien steun, die sympathie danken wij aan onze wetenschappelijke
methode, omdat ons streven waseerlijk het algemeen belang te
dienen, door de beteekenis die het kadaster heeft en behoort te
hebben af te leiden uit vaststaande feiten. De logische onafwend
bare conclusien drongen zich op die wijze onweerstaanbaar op aan
hen, die zich de moeite getroostten ze te toetsen aan de werkelijk
heid. aan de behoeften van het publiek, aan de beginselen van recht.
Wat was onze voornaamste conclusie? Waarop richtte zich
dientengevolge vooral ons streven?
Die conclusie luidde aldus:
Het kadaster, zooals het thans is, voldoet niet aan de algemeene
belangen die het moet dienen, het is daarvoor ook niet geschikt te
maken. Doch afgezien hiervan, is het in vele streken zoo gebrekkig
en kan het in andere, wegens groote veranderingen in de indeeling
van het terrein zoo moeilijk worden bijgehouden, dat gedeeltelijke
vernieuwing noodzakelijk is.
De vernieuwing is daarom begonnen. Al kan het kadaster in vele
andere streken nog langen tijd, zij het gebrekkig, voldoen in de
behoeften, de tijd zal komen dat ook daar de hand aan de ver
nieuwing moet worden geslagen. Rekent men over een zeer lang
tijdperk, dan zal de vernieuwing zich noodzakelijk over het geheele
land uitstrekken.
Welnu, omdat vernieuwd moet worden zij het dan voorloopig
slechts over een deel van het land daarom is onze conclusie
werk zoodanig, dat het nieuwe kadaster kan voldoen aan de eischen
die er niet alleen uit eng staatsbelang, maar uit algemeen belang
aan kunnen en aan worden gesteldTe eer, wijl dit niet meer,
maar minder finantieële offers zal eischen, dan thans in den regel
aan de vernieuwing worden gebracht!
Onze tegenstanders keeren onze conclusie om. Telkens en
telkens weer.