130
hebben dien teruggang veroorzaakt. Afgescheiden van deze daling
van het batig saldo, die naar alle waarschijnlijkheid van voorbij-
gaanden aard is, kan de toestand der Vereeniging gunstig genoemd
worden, wijl het getal der leden en dat der abonne's op het tijd
schrift nagenoeg geen verandering ondergingen.
De in de Algemeene Vergadering te Maastricht behandelde memorie
over Organisatie en Reorganisatie van den kadastralen dienstwerd
met begeleidend schrijven aan den Minister van Financiën toe-
gezonden. Bij brief d.d. 23 Februari 1906 N°. 71 Registratie
mocht het Bestuur voor die toezending een dankbetuiging ontvangen.
Krachtens opdracht van de 21e Algemeene Vergadering, werd
door het Bestuur overleg gepleegd met het Bestuur der Ver
eeniging van Hypotheekbewaarders, omtrent pogingen die aangewend
zouden kunnen worden tot het verkrijgen van verbeteringen in het
Koninklijk Besluit van 31 Mei 1905 No. 55, regelende het ontslag
en de overplaatsing van de ambtenaren der registratie en domeinen,
van de hypotheekbewaarders en van de ambtenaren van het kadaster.
Tot bespreking der te nemen maatregelen werd een samenkomst
gehouden met afgevaardigden der Vereeniging van Hypotheek
bewaarders, der Vereeniging van Registratieamblenaren en der Ver
eeniging van Ingenieurs-verificateur. De Vereeniging voor Kadaster en
Landmeetkunde werd daarbij vertegenwoordigd door den Heer Boer.
De inzending van een rekest aan Hare Majesteit de Koningin, was
van die besprekingen het gevolg. De inhoud van dit rekest is
opgenomen in het tijdschrift Jaargang XXI, pag. 194 v. v.
Aan de afgevaardigden bij den Bond tot verkrijging eener wettelijke
regeling van den rechtstoestand der burgerlijke ambtenaren, die
omtrent het schrijven van de Vereeniging van hypotheekbewaarders,
welwillend advies hadden uitgebracht, werd daarvoor schriftelijk
dank gezegd.
Naar aanleiding van een verzoek van het Bestuur van den
genoemden Bond werd in Jaargang XXI, pag. 284 v. v., een stem
ming uitgeschreven over enkele vragen, door het Bestuur van dien
Bond gesteld, nopens het ontslag van vrouwelijke ambtenaren. De
uitslag dier stemming - medegedeeld in afl. 2 van Jaargang XXII,
pag. 74, 75, werd door tusschenkomst van onze afgevaardigden
aan het Bestuur van dezen Bond ter kennis gebracht.
In verband met de door den Minister van Financiën bij de debatten
over de Staatsbegrooting van 1906 gegeven toezegging tot het