132
bedrag aan inkomsten van f 1223.en aan uitgaven van f 1125.
Bij dit punt brengt de heer Hoffmann ter sprake een schrijven
hem geworden van den Secretaris-|Penningmeester, waarin
gewezen werd op de regelmatige stijging der uitgaven voor het
tijdschrift. Ter toelichting van de buitengewoon hooge kosten van
jaargang XXI, merkt hij op, dat het voornemen van den uitgever
den nieuwen jaargang met een nieuw lettertype te drukken, het
wenschelijk maakte, om het tweede gedeelte van het artikel van
den heer Golpa, feitelijk bestemd voor de eerste aflevering van
jaargang XXII, alsnog in de laatste aflevering van jaargang XXI
op te nemen. Deze jaargang heeft zoodoende den gewonen omvang
overschreden. Dergelijke uitbreiding is in de toekomst niet te ver
wachten en veilig mag dus aangenomen worden, dat de kosten
eerlang weer op een meer normaal bedrag zullen slinken. Toch
meent hij, dat bezuiniging op de uitgaven in 't algemeen wenschelijk
is, mede opdat de Vereeniging, bij mogelijke gebeurtenissen, eenige
fondsen beschikbaar zal hebben. Hij gelooft, dat bespaard kan
worden op de kosten van het tijdschrift en op de vaste uitgaven.
Op het tijdschrift, door 't gebruik van formules en tabellen, die
extra kosten veroorzaken, tot het hoog noodige te beperken en
door de kosten der overdrukken van artikelen, welke door de mede
werkers dikwijls worden gevraagd, in mindering te brengen van
het honorarium. Op de vaste uitgaven ware z. i. te besparen door
vermindering der honoraria voor redactie en voor den secretaris
penningmeester.
Deze opmerkingen geven aanleiding tot een eenigszins uitvoerige
bespreking over de kosten van het tijdschrift, die algemeen hoog
worden gevonden. Bepaaldelijk de heeren van Beurden, ten
Braak en Kater meenen dat bij vergelijking met andere hun
bekende tijdschriften, het onze duur moet genoemd worden.
De Voorzitter antwoordt dat het Bestuur thans niet in staat
is de eenigszins vaag uitgesproken meeningen te beoordeelen of te
weerleggen, omdat voor een juiste vergelijking van kosten, zoovele
thans ontbrekende gegevens onderling moeten worden getoetst. Hij
geeft de vergadering daarom in overweging aan het Bestuur op
dracht te verstrekken om, alvorens de met den heer van Druten
gesloten overeenkomst voor jaargang XXIII voort te zetten, te
onderzoeken, of het zal blijken mogelijk te zijn het drukwerk in
den huidigen vorm elders tegen lageren prijs te doen uitvoeren