137
verschillende belangen van elkaar gescheiden dienen te blijven.
De vraag van den Voorzitter of het reeds door hem gedane
voorstel nu kan worden goedgekeurd wordt bevestigend beantwoord.
Dan volgt voorlezing door den Secretaris van het schrijven van
de Vereeniging van Hypotheekbewaarders, houdende de vraag of onze
Vereeniging bereid is mede te werken aan een rekest, 't welk zal
worden gericht aan Hare Majesteit de Koningin, naar aanleiding van
het feit, dat bij de samenstelling van het Koninklijk besluit d.d. 14
Mei j.l. No. 58., zoo weinig is rekening gehouden met de bezwaren
ten vorigen jare ingediend tegen bepalingen omtrent het ontslag
der ambtenaren van de registratie, de hypotheken en het kadaster,
opgenomen in het Koninklijk besluit van 31 Mei 1905 No. 55.
Wordt besloten het Bestuur te machtigen in dezen weder met
de Vereeniging van Hypotheekbewaarders en andere Vereenigingen
samen te werken.
Op de vraag van den Voorzitter of een der aanwezigen nog
iets in 't midden wenscht te brengen merkt de heer Vruggink op,
dat de tractementsregeling der landmeters herziening behoeft, en
wel in de eerste plaats omdat het maximum-tractement veel te
laat bereikt wordt. De termijn van 30 dienstjaren als landmeter,
voor sommigen bijna 31 dienstjaren, waarop het maximum-inkomen
verkregen wordt, is veel te lang. Bij andere takken van Staatsdienst,
bij Posterijen en Telegrafie wordt het maximum eerder bereikt.
Spreker vraagt daarom of het Bestuur genegen zou zijn zich
omtrent deze aangelegenheid tot de Regeering te wenden.
In aansluiting aan deze woorden zegt de heer de Haan, dat
hij de tractementsregeling op deze vergadering had willen laten
rusten, doch dat hij thans sympathie wil betuigen aan de opmerkingen
van den vorigen spreker. Hij meent ook dat het Bestuur zich
met deze zaak dient bezig te houden en dat het tijdschrift meer be
hoort te worden benut, om de directe belangen der ambtenaren
te bepleiten. Hij geeft het Bestuur in overweging zich er op voor
te bereiden, dat eerlang voorstellen in dien zin gedaan zullen
worden.
De heer Hoffmann acht thans de tijd zeer ongeschikt om verzoeken
tot de Regeering te wenden. Hij gelooft dat deze nu eenvoudig
zullen worden doorgezonden aan de onlangs ingestelde Staats
commissie voor registratie, hypotheekstelsel en kadaster.