157
noodigende om aan zijn ambtgenoot van Financiën te verzoeken, den
betrokken ingenieur-verificateur van het kadaster een onderzoek op te
diagen, waarbij zou worden nagegaan op welke punten precies verduide
lijking van de grens noodig was.
Aldus geschiedde. De minister van B. Z. schreef zijn ambtgenoot van
Fin., deze stelde een landmeter beschikbaar en droeg den ingenieur-
vei ificateur van het kadaster in Assen op, om alvast de zaak voor te
beieiden door overleg met de betrokken gemeentebesturen. De kosten
zouden, aldus schreef de Minister, komen ten laste der provincie.
Deze laatste zinsnede nu was het, die gemaakt, heeft, dat deze overigens
zeer nuttige zaak, op de lange baan is geschoven. Tragi-comisch is het
verhaal, dat nu volgt. Gedeputeerden van Drente vonden dat 't een rijks
belang was, de Minister vond het een provinciaal belang. Men bombardeerde
elkaar met wetsartikelen, maar het einde van 't lied was. dat de Drentsche
Gedeputeerden den Groninger collega's vroegen, of zij dan de helft der
kosten wilden dragen.
De Groninger Gedeputeerden schreven toen 't was altijd nog in
1886 aan de acht grensgemeenten over de zaak en kregen ten antwoord,
dat een juiste grensafbakening geen weelde zou zijn. Zij vroegen dus
aan de buren of die maar eens een begrooting wilden laten maken. Het
antwoord, dat hierop kwam, was oorzaak dat de zaak bleef rusten tot 1903-
In dat jaar schreven de Drenten, of de Groningers hun hoofdingenieur
de helft van het voorloopig werk wilden laten doen, d w. z. de begrooting
op te laten maken. Aldus werd besloten en in het begin van 1905
gingen de beide hoofd-ingenieurs aan 't. werk.
Edoch, zij zagen al spoedig, dat ze het niet zonder een ingenieur van
het kadaster konden stellen en zoo schreven de beide colleges van Gedepu
teerden aan den Minister van Binnenl Zaken of Z. Ex. hun zoo'n ambtenaar
daartoe wilde beschikbaar stellen
Jawel, zei de Minister, als de provinciën het maar willen betalen. Neen,
antwoordden toen beide colleges van Gedeputeerden, dit vooronderzoek
is in elk geval rijksbelang en uit de provinciale kas geven wij daarvoor
geen cent, en zij vroegen dus, of de Minister nog eens met zijn ambgenoot
van Financiën daarover zou willen praten.....
Toen het verslag werd geschreven 30 Jan. van dit jaar was er
nog geen antwoord. De quaestie der Groningsch-Drentsche grenzen heeft
den 21sten Mei haar twintig-jarig jubileum gevierd en er staat nog niet
één paaltje.
(N. v. h. N.)