164
Wij hebben gemeend in ons orgaan deze overtuiging der open
baarheid te moeten prijs geven, opdat den leden de gelegenheid
zou worden geopend hunne inzichten te toetsen aan de onze;
zoo toch werkelijk alle leden der Vereeniging voor Kadaster en
Landmeetkunde onvoorwaardelijke voorstanders zijn van een kadaster
met bewijskracht, wat wij echter met recht en reden mennen
tiTmögen betwijfelen, dan mag de redactie van dit orgaan door
ons niet langer worden gevoerd, wegens gemis aan overeenstemming
in, wat dan zou blijken te zijn, doch wat wij er niet voor houden,
„het hoofddoel van ons vereenigingsleven".
Wij achten alles uitsluitende, onvoorwaardelijke propaganda voor
een kadaster met bewijskracht noch langer wenschelijk, noch langer
gewettigd, wijl tusschen hetgeen enkelen wenschen en hetgeen wij
bezitten, zonder eenige overgang die op schemering lijkt, een verschil
bestaat als tusschen helder'stralend daglicht en intens nachtelijk duister.
Bij de beoordeeling van de wenschelijkheid der zoozeer aange
prezen hervorming doen zich verschillende factoren gelden, die hier
in het kort zullen worden aangestipt, meerendeels slechts even
zullen worden aangeroerd, daar zij ieder voor zich aanleiding kunnen
geven tot beschouwingen van zulken omvang, dat die de grenzen
van dit artikel verre zouden overschrijden.
Onder de argumenten die worden aangevoerd treft men in de
eerste plaats dit aan: dat het tegenwoordige kadaster noodwendig
binnen betrekkelijk korten tijd moet worden vernieuwd"
Het bestaande kadaster wordt oud, is sedert zijne oprichting
ongeveer driekwarteeuw in gebruik.
Kan het nu naar zijne tegenwoordige beteekenis nog lang blijven
voortbestaan op de wijze, waarop het in de laatste tientallen jaren
werkte?
Stelt men zich tevreden met den thans bestaanden toestand, dan
zal het o. i. nog geruimen tijd, b.v. honderd jaar kunnen worden
instand gehouden over een groot gedeelte van het grondgebied van
onzen Staat, zonder eenig belang te schaden, mits voor de bijhou
ding in ieder opzicht geschikte werkkrachten worden gebezigd en
daar waar deze in vroegere perioden ergerlijk is verwaarloosd, her
zieningen of hermetingen worden uitgevoerd; mits de opneming der
gebouwen wordt beperkt tot tiet strikt noodzakelijke en daarvoor