171
verschillende in tal van opzichten voor verbetering vatbare toe-
slanden der instelling die wij dienen; op een langzamen overgang
tot betere verhoudingen, daarbij geleid door de lessen der ervaring.
Kan bij het ontwerpen van een plan tot hervorming, niet eene
schifting worden gemaakt in terreinen waarvoor het tegenwoordige
kadaster nog lange jaren belangrijke diensten vermag te bewijzen,
wanneer aan de bijhouding krachtig en oordeelkundig de hand wordt
gehouden, en in andere terreinen, waarvoor eene vernieuwing van het
kadaster in de eerste plaats geboden wordt, èn om den slechten
toestand der kaart, èn om de hooge waarde van de eigendommen.
Kan onze propaganda zich niet richten op het nemen van een
bescheiden proef met de invoering van een kadaster met bewijs
kracht voor enkele centra, met name daar, waar door de ontwik
keling der sleden de grondeigendom aan veelvuldige snelle wisselingen
onderhevig is; waar de technische bemoeiingen dus niet zooveel
verandering zouden behoeven te ondergaan en de beteekenis van
het kadastrale bewijsmateriaal reeds nu door het publiek wordt
gelijkgesteld met die van het kadaster met bewijskracht. Waar
telkens blijkt, dat het vertrouwen in de goede werking der aan
bevolen instelling door het aanvoeren van theoretische gronden
niet kan gevestigd worden, daar moet o. i. eene propaganda worden
gevoerd voor eene proefneming, die de gegevens levert ter beoor
deeling van de mate van wenschelijkheid der voorgestelde hervorming
onder verschillende omstandigheden, en indien dan die uitkomsten
wijzen op niet voorziene bezwaren, dan zal zeker ieder onbevoor
oordeelde willen erkennen, dat de lessen der praktijk hem veel
hebben geleerd, waaraan, rustig gezeten aan de studeertafel, zelfs
niet door hem werd gedacht. Laten wij bekennen dat de wensche
lijkheid en de uitvoerbaarheid thans nog niet op practische gronden
voor ons vaststaan; laten wij ons eindoordeel opschorten tot later,
mogelijk eenigszins waarschijnlijk zelfs -- luidt het dan anders,
dan thans het geval is, zonder de nadere kennismaking met eene
zooveel doenlijk tot de werkelijkheid naderende proefneming.
Te bespreken rest nog, hoe het te verklaren is, dat onze Ver-
eeniging in den lande bekend staat, nagenoeg met uitsluiting van
ieder ander onderwerp te verlangen, de invoering van een kadaster
met bewijskracht; hoe zij op dat doode punt is gekomen, met
wellicht bitter weinig kans. er ooit weer af te raken.