182
Koloniaal Verslag van 1906.
I. NEDERLANDSCH (OOST-)INDIË.
Hoofdstuk D. 3. Topographische Dienst.
In verband met de voorstellen van de in November 1900 aangewezen
commissie voor de centralisatie van de in Indië verricht wordende terrein
opnemingen en kaarteeringswerkzaamheden (zie K. V. 1905, kol. 99), zijn
bij Gouv. Bt. 2 Nov. 1905 N°. 30 gedeeltelijk buiten werking gesteld de
bij Ind. St. 1879 N° 164 vastgestelde bepalingen tot regeling van den
werkkring van het kadaster in Nederlandsch-Indië, met dien verstande,
dat de verschillende landrente-sectiën van het kadaster, alsmede de zoo
genaamde kadastraal-statistieke bureaux, naar gelang zij daarvoor in aan
merking komen, zoo spoedig doenlijk zullen worden opgeheven op de
tijdstippen, die daartoe nader door den directeur van binnenlandsch bestuur,
in overleg met de chefs van den topographischen dienst en van het
kadaster, zullen worden aangewezen. Voorts is machtiging verleend om,
ten behoeve van de geleidelijke uitbreiding van den topographischen dienst,
2 landrente-opnemingsbrigades tijdelijk tot uit. December 1905, of zooveel
korter als noodig zal blijken, boven de formatie van het Nederlandsch-
Indische leger te voeren, en is tevens bepaald dat de landrente-opnemings
werkzaamheden voortaan zullen behooren tot den werkkring van den
topographischen dienst. Verder zijn bij genoemd besluit enkele regelingen
getroffen omtrent den overgang van het vrijkomende inlandsche kadaster-
personeel bij de inspectie der landelijke inkomsten en der verplichte
diensten en bij den topographischen dienst.
Met het oog op de in November 1905 door den directeur van binnen
landsch bestuur bevolen opheffing van de Preangermeetsectie en van 25
daartoe reeds in aanmerking komende, zoogenaamd kadastraal-statistieke
bureaux in de residentiën Madioen, Semarang, Pekalongan, Kedoe en
Banjoemas van den kadastralen dienst, is bij den topographischen dienst
tot oprichting van de eerste landrente-opnemingsbrigade overgegaan. Deze
brigade is in 2 sectiën gesplitst, waarvan de eerste, met hoofdkwartier te
Magelang (Kedoe), belast werd met de voortzetting van het reeds sedert
1903 (zie K. V. 1904, kol 130, en 1905, kol. 99), bij wijze van proef,
door personeel van den topographischen dienst in de voormalige residentie
Kedoe verrichte landrente-opnemingswerk uitgevoerd werden reeds de
landrente-metingen in de districten Grabag, Bandongan, Temanggoeng,
Tjandirata, Parakan en Kaloran terwijl aan de t weede sectie de eerste
tienjaarlijksche herziening van de landrente-kaarten van de Preanger