197 Aanvankelijk was hij alleen belast met de astronomische plaats bepalingen en met de voortzetting der triangulatie van Java voor zoover deze voor topographische opname noodig was. Doch al spoedig deed hij het voorstel de metingen zoodanig in te richten, dat zij zouden kunnen dienen voor eene graad meting. Dit plan werd door de Regeering overwogen en nadat ook van de zijde dezer Akademie op het groot wetenschappelijk belang van dit werk was gewezen, verkreeg Oudemans opdracht zijn plan uit te voeren. Met een korte tusschenpoos, de laatste maanden van 1874 en het begin van 1875, was Oudemans 18 jaren onafgebroken in Indië werkzaam, en toen hij in Augustus 1875 Batavia verliet, om na den dood van Hoek ten tweeden male als hoogleeraar in de sterrekunde te Utrecht op te treden, had hij de hem opgedragen taak met uit zondering van een klein aantal hoekmetingen geheel voltooid. Van al die waarnemingen waren alleen die bewerkt en ten deele uitgegeven welke betrekking hadden op de basis-meting. Gelukkig echter werd Oudemans, toen alle metingen in Indië waren afgeloopen, door de Regeering uitgenoodigd, om zich met de geheele bewerking van de triangulatie van Java te belasten. Met behulp van verschillende personen, die ten deele ook aan de waarnemingen hadden deelgenomen, vatte hij die taak op en bracht haar in 1900 tot een goed einde. In zes folianten zijn de uit komsten van de geheele primaire en secundaire triangulatie neergelegd. Zijn wellicht de metingen, ook in verband met de waargenomen groote locale afwijkingen, een gevolg van de aantrekking der ge bergten in midden-Java, minder geschikt om een belangrijke bijdrage tot onze kennis van den vorm der aarde te leveren, zoo vormen zij toch een uitstekenden en onmisbaren grondslag voor onze topo graphische kennis van Java. De wijze waarop Oudemans zich van zijn taak heeft gekweten, wettigt ten volle de eervolle onder scheiding van correspondent der Fransche Akademie hem kort daarna te beurt gevallen. Zijn groote werkzaamheid op geodetisch gebied in Indië moest natuurlijk afbreuk doen aan zijn sterrekundige onderzoekingen. Toch vond hij daarvoor nog gelegenheid. Zoo bepaalde hij door maanswaarnemingen, door sterrenbedekkingen en later met behulp van de telegraphie, de lengte van Batavia; zoo volbracht hij in 1868 en 1871 waarnemingen van de totale zonsverduisteringen en nam hij

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1906 | | pagina 207