214 Cursus", ten doel hebbende eene betere opleiding van de aanstaande landmeters te verzekeren en tevens aan andere personen de ge legenheid te geven, voortgezet onderwijs in de wiskunde te ontvangen. Aangezien echter deze cursus eerst op 4 December 1905 kon worden geopend^ zullen eenigszins belangrijke mededeelingen daarover pas in het volgend jaarverslag eene plaats kunnen vinden. Volstaan moet worden met te vermelden, dat als leeraren door ons werden aangesteld de H. H. Hinrichs, kapitein der infanterie, oud-leeraar der cadettenschool, E. W. van Embden, gepensionneerd l3te luite nant der genie en E. B. J. Luitink, leeraar aan de Hendrikschool alhier. De cursus wordt gevolgd door 4 aspiranten en 3 toe hoorders. Aangezien van tal van personen bericht was ingekomen, dat zij gaarne aan den cursus zouden willen deelnemen, doch het leergeld voor hen te hoog was, werd besloten de hulp van het Gouver nement in te roepen en te trachten eene subsidie te verkrijgen om daardoor in staat te worden gesteld het leergeld te verlagen. Op eene bijzondere audiëntie door den Gouverneur aan Voor zitter en Secretaris der Vereeniging verleend, werd voor boven bedoeld plan de steun van den Gouverneur verzocht en werden tevens de overige belangen der Vereeniging besproken. Tot ons leedwezen moeten wij verklaren dat wij ook in de meest bescheiden verwachtingen, door het onderhoud met den Gouverneur bij ons gewekt, zijn teleurgesteld. Noch de regeling van ons beroep bij Verordening, noch wijziging der examen-eischen, noch subsidie voor onzen cursus, noch enz. zijn tol dusver aan de orde gesteld. Laat ons hopen dat onze Landvoogd spoedig voldoende met andere, wellicht meer belangrijke zaken zal hebben afgedaan, om ook aan onze wenschen naar behooren zijne aandacht te kunnen schenken. Wanneer wij ten slotte nog melding maken van het feit, dat verschillende landmeters, die van het vak alleen hun eigentlijk beroep maken, (sommige leden der vereeniging, alhoewel als land meter geadmitteerd, bekleeden eene andere (hoofd)betrekking) zich onderling tot eene meer speciale vakvereeniging hebben aangesloten, om voor gezamentlijke rekening den eigentlijken stadsarbeid te verrichten, dan gelooven wij, na verwijzing naar het afzonderlijk verslag van den Penningmeester, dit jaarverslag te mogen eindigen, onder het uitspreken van den wensch dat het jaar 1906 onze Ver-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1906 | | pagina 224