233 Deze handelwijze zou, in verband met de bewoordingen van alinea 2 dier ciculaire, vooral bij de landmeters die minder met de vereenigings-aangelegenheden bekend zijn, aanleiding kunnen geven tot de onderstelling, dat het opstel „Het Kadastrale Vraagstuk" de meeningen zoude weergeven van de leiders der Vereeniging, waarom het bestuur der Vereeniging 't noodig acht er uitdrukkelijk de aandacht op te vestigen, dat alleen en uitsluitend de redactie van het Tijdschrift voor de in gemeld artikel uitgedrukte denk beelden aansprakelijk is. Verder ontving het bestuur den volgenden brief: „Aan het bestuur der Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde. „Ondergeteekenden geven beleefd in overweging op de eerst volgende ledenvergadering, afgescheiden van alle ingediende „reorganisatie-voorstellen, als punt op de agenda te plaatsen: iteorganisatie van de tractementsregeling der landmeters." De Leden der Vereeniging J. W. ten Braak. i G. S. Neutebo om. j Winschoten. •J. Groeneveld. E. T. Roelofs, Appingedam. 30 December 1906. 't Bestuur acht het minder gewenscht een onderwerp, dat uit den aard der zaak veler belangstelling wekt, zoo geheel onvoor bereid als het nu is; op de aanstaande ledenvergadering te doen bespreken, waarom het niet de toezegging kan geven dat reeds dadelijk aan het verzoek zal worden voldaan. Wel is het gaarne bereid te overwegen, of het mogelijk zal zijn, op die vergadering eenig voorstel ter tafel te brengen, dat behandeling van het onder werp in een volgende vergadering tengevolge kan hebben. Namens het bestuur: de Secretaris de Vries.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1906 | | pagina 243