24
niet ongelijk aan die welke was neergelegd in het „Waterrecht
des FurstendomsGelreenGraafschapsZutfen" uitdejaren 1715enl767.
Het Burgerlijk Wetboek behoorde dan slechts, met eenige
weinige woorden, het noodige verband te leggen tusschen dat
speciale recht en het algemeene burgerlijke recht.
Zal het eenmaal zoover komen, dan zal de ontwerper dier wet
zich meer hebben los te maken van de traditie, en veel meer een
zelfstandig en oorspronkelijk standpunt hebben in te nemen, dan
zijn voorgangers deden, hij zal hebben rekening te houden met het
feit dat onze huidige samenleving, ten aanzien van de rivieren
rechtsverhoudingen in 't leven heeft geroepen die geheel en al
vreemd zijn aan het verleden.
de Vries.
Gorinchem, Februari 1906.
Mochten deze regelen den lezer aanleiding geven het opstel van
1899, Tijdschrift jaargang XV pag. 153 v.v. op te slaan, zoo
verzoeken wij, daarin de volgende zinstorende drukfouten te verbeteren:
Pag. 164 regel 7 v. b. staat „opgereden" moet zijn „opgeresen".
168 laatste regel „rijkseigendommen" moet zijn „rijks
eigendom
Pag. 169 achter regel 6 v. o. behoort te staan: (Arrest H. R.
d. d. 18 Februari 1898).
Pag. 182 regel 4 v. o. staat axima's i. p. v. axioma's.
184 3 v. b tertio i. p. v. tertium.
188 10 v. b. gereseveerd i. p. v. gereserveerd.
De rechtszekerheid van den grondeigendom
Adres door het Hoofdbestuur van de Broederschap der Notarissen in Neder
land verzonden aan de Ministers van Financiën en Justitie.
Amsterdam, 16 Januari 1906.
Het Hoofdbestuur van de Broederschap der Notarissen in Neder
land heeft met groote ingenomenheid kennis genomen:
1°. van de toezegging, gedaan door Zijne Excellentie den Heer
Minister van Financiën bij de beraadslaging over hoofdstuk
VII B (financiën) der Staatsbegrooting, om de herziening der
registratiewetgeving te doen voorbereiden door eene Staats-