27
of men de registratiebelasting in den huidigen vorm behoudt, dan
wel dat daarmede wordt gebroken, zoolang door den fiscus eene
belasting wordt geheven op de mutatiën van vast goed onder de
levenden en de prijs tot grondslag der heffing strekt, heeft de fiscus
een aanzienlijk geldelijk belang bij de juiste vermelding van dien
prijs en het behoeft geen betoog dat het veel meer waarschijnlijk
is, dat in eene authentieke acte de prijs juist wordt vermeld, dan
in eene onderhandsche acte, veelal opgemaakt door een zaakwaar
nemer en waarin partijen alles kunnen schrijven wat zij maarwenschen.
Ten derde: Het belang van het Nederlandsche Notariaat. Wanneer
de staat het wensclielijk acht, dat binnen zijn kring in functie zijn
ongeveer 840 notarissen (ambtenaren), dan rust op hem de ver
plichting om te zorgen, dat deze ambtenaren in de uitoefening van
hun vertrouwensambt een bron vinden van genoegzame inkomsten.
Dat het openbaar belang hierbij ten nauwste is betrokken, springt
in het oog. Onregelmatigheden van notarissen hadden soms on
behoorlijke gedragingen, maar soms ook gemis aan genoegzame
inkomsten tot oorzaak. En vooral dit laatste moet aan den Staat
nimmer als grief kunnen worden aangerekend!
Daarom behoort de Staat niet voor te gaan gelijk helaas ge
schiedt in aankoop van onroerende zaken bij onderhandsche acte
De zaakwaarnemerij neemt voortdurend toe; onder hen, die haar
uitoefenen zijn burgemeesters en gemeentesecretarissen, niettegen
staande de bepaling van de artt. 63 en 99 der gemeentewet; vooral
in het noorden des lands en ook reeds in andere gedeelten van het
Koninkrijk worden openbare verkoopingen van onroerende goederen
gehouden ten overstaan vanzaakwaarnemers; in ons land
bestaan strafbepalingen op het onbevoegd uitoefenen der geneeskunst,
doch niet op onbevoegde uitoefening der rechtspractijkaan alles
wat in den loop der laatste zestig jaren te dezen aanzien werd
gevraagd, is door de Regeeringen geen aandacht geschonken.
De eischen, die voor het verkrijgen van het notarisambt worden
gesteld, zijn terecht voortdurend moeilijker geworden; het is van
algemeene bekendheid dat, wanneer na moeilijke en kostbare studie
de bevordering tot candidaat-notaris is bereikt, een groot aantal
jaren door den candidaat op eene benoeming moet worden gewacht,
zoodat in den regel het notarisambt niet beneden den 40-jarigen
leeftijd wordt verkregen.
Wanneer nu de notaris lijdelijk moet aanzien, dat de verkoopingen