36
boomtakjes weggenomen en de man zegt: die grenzen kan ik niet aangeven,
ik weet ze niet. Als gij het niet weet, is het antwoord van den ambte
naar, dan meet ik het niet op. Dat is natuurlijk een ijdel dreigement,
want eenmaal in het jaar moet van ambtswege toch een opmeting worden
gedaan. Dat wordt dan alleen gezegd om den particulier aan te zetten,
een ambtenaar aan te vragen, dien hij dan ook betalen moet.
Dat zijn allerlei zaken die veranderd moeten worden, ten einde klaar
heid te brengen in de leggers en kaarten.
Ik hoop werkelijk dat een commissie zal worden benoemd. Die zal
een zeer nuttig werk kunnen verrichten, vooral wanneer zij niet te lang
wacht met het uitbrengen van haar rapport en kan het zijn, rekening
houdt met de wenschen die zoowel aan de overzijde als hier zijn geuit.
De heer van Waterschoot van derGracht: Mijnheer de Voorzitter
Ik heb nog even het woord gevraagd, om den geachten vorigen spreker
te zeggen, dat ik natuurlijk niet heb gedacht, dat een herziening van het
kadaster, als door mij bedoeld, 1180 jaren zou duren. Ik heb alleen ge
meend te zeggen, dat ik van oordeel was, dat er betrekkelijk korten tijd,
bij voorbeeld ongeveer 25 jaren, mede zouden heengaan, maar nu geleerd
heb, dat dit niet zal gaandat men bijzondere maatregelen zou moeten
nemen en daardoor in bijzondere kosten zou vervallen om te komen tot
een kadaster met bewijskracht.
Voor het oogenblik zijn die kosten mij te hoog, om deze herziening on
voorwaardelijk aan te bevelen.
Een ander punt door den heer van den Biesen behandeld, was de be
strijding van mijn denkbeeld om bij hermeting de betrokken eigenaren
een verklaring te doen teekenen, dat zij haar goedkeuren.
Daarbij had hij meer bijzonder het oog op het geval dat een perceel
een andere maat kreeg dan het vroeger had gehadmaar dat was minder
mijn bedoeling. Ik bedoelde meer dat, als bij hermeting de grenzen
tusschen verschillende eigenaars anders werden vastgesteld dan ze vroeger
waren, men hun goedkeuring daarop zou vragen.
Nu zegt de heer van den Biesen, maar wie weet dat; hoe kunnen ze
dat doen? De landmeter weet het en die moet men volgen.
Ja, de eigenaars die van deze meening zijn kunnen er in berusten, maar
er zullen toch velen zijn die meenen dat, evenals bij anderen, ook bij
landmeters een vergissing kan plaats hebbende praktijk wijst dat trou
wens ook uit. En dan is het toch zeker noodig, dat de eigenaars meer
in het bijzonder op de hermeting aandachtig worden gemaakt en gelegen
heid hebben in overleg met den landmeter daarin te voorzien.
Ik maak van de gelegendheid dat ik aan het woord ben nog gebruik
om op te komen tegen den in de Tweede Kamer geuiten wensch, dat