40
Gevraagd: de meest waarschijnlijke waarden voor de lengte van
dien band bij 15° zonder spanning en voor de verlenging van den
band per K,G, spanning.
2. In een punt T meet men met een theodoliet met centrischen
kijker den horizontalen hoek tusschen de richtingen TA en TB.
De lijn TA is horizontaal; de lijn TB heeft een elevatie van
36° 52'.
Onder doorslaan van den kijker, doch overigens onveranderde
opstelling van het instrument, en juisten stand van de le as ver
krijgt men de volgende aflezingen:
Kijkerstand. Voorwerp. Nonius I. Nonius II.
Wanneer de waarnemingsfouten verwaarloosd worden, welke zijn
dan de fouten in de regelingen van de 2e as en van de vizierlijn
van den theodoliet, die uit de waarnemingen volgen?
3. De ketting van secundaire driehoeken volgens een gegeven
figuur moet aansluiten aan de twee onderling onzichtbare punten
A en B van een primair driehoeksnet.
De rechthoekige coördinaten van A en B zijn gegeven.
Met den gebogen vorm van het aardoppervlak behoeft geen
rekening gehouden te worden.
Welke metingen worden in het secundaire net gedaan en welke
berekeningen zijn er noodig om de rechthoekige coördinaten der
nieuwe punten te vinden?
Uit het verslag over de werkzaamheden van de Pruisische „Ansied-
lungs"commissie in het Oosten, blijkt dat de verduitschingspolitiek in het
Poolsche gebied volkomen mislukt is te achten. Bedoeling was groote
landgoederen aan te koopen en deze te splitsen ter bevordering van de
kolonisatie van Duitsche landbouwers. In 1905 nu werden in de eerste
plaats minder groote landgoederen ten verkoop aangeboden dan in de
I
I
Doorge- j II
slagen II
A
B
B
A
119° 27'45" 299° 28'15'
156° 39'50" 336° 40' 0'
336° 40' 15" 156° 40' 5'
299° 28'50" 119° 28'30'
Kolonisatie in Posen.
aO i-" rxr\r\O r\n>' f"