58
Ook de toenemende vraag naar perceelen tot uitoefening van
den kleinen landbouw en de balata-ontginning vorderde diensten
van de landmeters.
Vele moeilijkheden doen zich nog altijd voor bij de onzekerheid,
die er veeltijds heerscht omtrent den eigendom van de vele vroegere
plantages.
Ofschoon reeds door den Gouverneur Schimpf in 1857 gecon
stateerd, worden deze sedert 1873 klemmend gevoeld, toen met de
opheffing van het staatstoezicht de vraag naar domeinland voor
de uitoefening van den kleinen landbouw toenam.
Voorstellen tot aanstelling van een Inspecteur van domeinen,
niet in den zin van de vroegere titularissen, die hoofdzakelijk
gouvernements plantages moesten beheeren, maar voornamelijk
om werkzaam te zijn in de richting tot opheffing van deze moei
lijkheden en het willekeurig in bezit nemen van domeinland,
werden afgewezen.
Met de vaststelling van eene „algemeene instructie voor de
beëedigde landmeters in de kolonie Suriname" bij Gouv. Res. van
den 21n September 1877 La. A N°. 9, werd het aantal landmeters
ongelimiteerd. De lust om zich in het vak te bekwamen was
opgewekt, ook in verband met de toenemende werkzaamheden
tengevolge van de vele aanvragen om domeinland.
Jammer evenwel dat niet allen, die admissie verkregen, met zorg en
toewijding hun beroep uitoefenden, maar zich wel eens met een
fransche slag er van afmaakten. Het scheen soms alsof er naar
gezocht werd om in den kortst mogelijken tijd met de minst moge
lijke moeite de salarissen te verdienen.
Mogen de aansluiting, die de oprichting van deze landmeters-
vereeniging in het leven riep en de onderlinge oefening er toe
leiden uit het te leveren werk het gehalte der arbeiders te
doen waardeeren; want zooals ik U uit de voorgaande korte
schets van de geschiedenis heb trachten aan te toonen, moet
hier in Suriname op kadastraal gebied nog alles gedaan wor
den en daarbij zullen bekwame en conscientieuse landmeters
noodig wezen.
En nu er teekenen zijn, die duidelijk wijzen op herleving van
den grooten landbouw, belangrijke uitbreiding van den kleinen,
ontwikkeling van de goudindustrie en het boschwezen, zal met
den in steeds wijderen spiraalgang voortschrijdenden bloei van