60
zins voldoende opleiding op het gymnasium, indien aan deze in
stelling het onderwijs in de wds- en natuurkundige vakken en in
het teekenen door uitnemende leerkrachten wordt gegeven.
Zonder begaafdheid voor wis- en natuurkunde en teekenen is
het niet geraden het beroep van landmeter te kiezen; onont
beerlijke karaktereigenschappen zijn: „plichtsgevoel en volhardings
vermogen bij den arbeid."
De vakstudie eischt in het gunstigste geval drie jaren, ongerekend
de bizondere opleiding of voorbereiding voor een specialen tak van
Staatsdienst, het eerste jaar wordt aan de practijk en aan het
zoogenaamde proefwerk gewijd, de twee volgende jaren komen ten
goede aan de studie der geodesie.
Slechte in twee gevallen is korter termijn toegelaten:
a. in plaats van met één jaar practijk kan bij uitzondering met
elf maanden worden volstaan, wanneer het bewijs wordt
geleverd, dat bizondere omstandigheden den vollen duur van
een jaar hebben verhinderd;
b. de twee jaren studie der geodesie kunnen tot hoogstens één
worden ingekort, wanneer een deel der vereischte kennis reeds
werd verkregen door bezoek van een Pruisische of niet
Pruisische universiteit, hoogeschool of akademie.
Of en in welke mate remissie zal worden verleend, wordt voor
ieder afzonderlijk geval bepaald door de Regeeringscommissie (Ober-
prüfungskonnnission) belast met het toezicht over de te houden
examens.
Sinds Paschen 1883 is voor de studie der geodesie de gelegenheid
geopend aan de landhuishoudkundige Hoogeschool te Berlijn, No. 4,
Invalidenstrasse 42 en aan de landhuishoudkundige akademie te
Bonn-Poppelsdorf.
Enkel het regelmatig volgen van den tweejarigen cursus geeft
aan de candidaten niet het recht na afloop van dien termijn toe
gelaten te worden tot het examen.
Daarvoor is noodig de erkenning door de examen-commissie,
dat het jaar vooraf doorgemaakte practijk, werkelijk heeft voorbe
reid tot den wetenschappelijken arbeid, die den candidaten aan de
genoemde instellingen van onderwijs wacht.
Nog hebben zij, die zich voor de studie in de geodesie melden,
zich te onderwerpen aan enkele voorschriften van algemeenen aard,