63
Zoo b. v. de ambtenaren der kadastrale hermetingendie van
de stedelijke hermeting van Berlijn en die der ruilverkavelings
commissies.
De kadasterkantoren zijn slechts zelden in de gelegenheid den
kweekelingen leerzamen arbeid te verschaffen.
Toch komen onder de ambtenaren aan deze kantoren werkzaam,
en zelfs onder de landmeters die een privaatpraktijk hebben, eenigen
voor, wien het gegeven is de leerlingen grondig voor te bereiden,
en die zich gaarne en met ijver van deze moeilijke opdracht kwijten.
Aan het opmaken van het in te leveren proefwerk behooren
werkzaamheden van geringer omvang en die minder inspanning
eischen vooraf te gaan.
Op het doen eener geschikte keus komt het hierbij aan, zal de
leerling, wat zeer wel mogelijk is, na 9 a 10 maanden van voor
bereiding, met hoop op goeden uitslag aan het eigenlijke proefwerk
zich kunnen wagen.
Het jaar, vóór de studie gewijd aan de practijk, behoeft niet bij
een zelfden leeraar te worden doorgemaakt; eenheid in de leiding
en een zekere samenhang der werkzaamheden zijn echter in zoo
hooge mate wenschelijk, dat het hierin brengen van afwisseling
bedenkelijk moet worden geacht.
Onder de bescheiden die, om tot het examen te worden toege
laten, behooren te worden overgelegd, verdient afzonderlijk ver
melding het bewijs, dat de twee-jarige cursus aan de hoogeschool
regelmatig is gevolgd, bovendien zijn bij beschikking van den Minister
van Landbouw van 28 Juni 1884 behalve dit academische getuig
schrift, nog bizondere getuigschriften ingevoerd, die de studenten
in de geodesie verplicht zijn aan het eind van ieder semester aan
de professoren en docenten voor te leggen, ter schriftelijke be
krachtiging van de er op voorkomende verklaring, dat hunne
colleges geregeld werden bezocht.
Vreemdelingen niet Duitschers kunnen slechts wanneer zij
het bewijs leveren behoorlijk onderlegd te zijn, en in voldoende
mate practisch te hebben gewerkt, door bemiddeling van de be
trokken examen-commissie tot de studie voor landmeter worden
toegelaten; later beslist dan, na daartoe ingediend verzoek, de
J) Tijdschrift voor Kad. en Landm. Jrg. (1901), bldz. 14.