69
12. de vaardigheid in het teekenen, daaronder begrepen het be
schrijven van kaarten in het algemeen en het schrijven van
rondschrift in het bizonder; in het kaarteeren naar ge
geven geodetisch materiaal; in het inhoudsberekenen
onder aanwending der nieuwste hulpmiddelen; dit alles voor
zoover het ingeleverd proefwerk wellicht tot nader onderzoek
nog aanleiding geeft.
Het examen bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte,
en mag den duur van drie dagen niet overschrijden.
Toegekend worden ingeval een getuigschrift wordt uitgereikt de
predikaten: uitstekend, zeergoed, goed, bevredigend, en voldoende.
Het examengetuigschrift of de mededeeling dat de candidaat
niet slaagde, wordt door den voorzitter der commissie aan den
regeeringspresident ter uitreiking toegezonden.
Wie aan het examen niet heeft voldaan, wordt als regel nog
slechts eenmaal tot het afleggen er van toegelaten.
Kadaster-landmeters, die binnen zes jaren sints den dag hunner
eedsaflegging, het examen niet hebben afgelegd worden van hun
dienstverband ontheven, onder verlies van alle aanspraken, die zij
op een vaste aanstelling konden doen gelden,
Een latere ministerieele resolutie (8 December 1896) bepaalt nog
„dat zij, die voor de tijdelijke aanstelling van kadaster-landmeter
in aanmerking wenschen te komen, na het afleggen van hun land
meters-examen, en voor hunne aanstelling tot het tijdelijke ambt,
minstens gedurende één jaar uitsluitend bij kadaster-controleurs in
alle takken van den kadastralen dienst met gunstig gevolg moeten
werkzaam zijn geweest, en hiervan een getuigschrift behooren over
te leggen, zulks ongeacht, of zij vóór hun landmeters-examen, met
het oog op het geëischte proefwerk, reeds onder de leiding van
een of anderen kadastralen ambtenaar gearbeid hebben."
Deze beschikking werd genomen omdat de practijk bewees, dat
landmeters die te voren niet aan een kadastraal bureau hadden
gewerkt, eerst na langeren tijd een bruikbare werkkracht als
kadaster-landmeter werden, wat schaadde aan de belangen van
den dienst.
November, '05.
C. W. Hoffmann.